donderdag 31 januari 2013

Tonopah

Een uitgestrekt geografisch iets in de woestijn dat toevallig een naam gekregen heeft, dat is Tonopah. ‘Heet water onder een struikgewas’, dat betekent die Indiaanse naam. Maar eerste heette het geval Lone Peak. Deze verzameling van negorijen ligt in het westen van Maricopa County, Arizona, ongeveer zeventig kilometer ten westen van van Phoenix aan de Interstate 10 naar Los Angeles. Tonopah is – in tegenstelling tot een incorporated place: city, town of village – een zogenaamde unincorporated of census-designated place, een afgebakend stuk bewoond gebied zonder locaal bestuur dat voor administratieve en statistische doeleinden kunstmatig is vastgesteld door het United States Census Bureau. Overigens ligt er in Nevada ook een plaats met de naam Tonopah.

De kern van Tonopah – daar waar ze op de landkaart de naam ‘Tonopah’hebben gedrukt; de betiteling ‘centrum’ zou teveel eer zijn – bestaat uit niet veel meer dan een handjevol gebouwen: een Tin Top Bar & Grill, een bed and breakfast, een tankstation, een postkantoor, een verhuurbedrijf voor recreatief te gebruiken voertuigen (‘Saddle Mountain Recreational Vehicle Park’: ‘We offer Daily Activities for our residents, such as Men’s Coffee, Shuffle Board & Desert Golf and evening Cards/Games/Dominos in Activity Center. We have a great community of people at Saddle Mountain RV Park.’), een paar bedrijven (onder andere ‘Pumpkin Patch Babies’) en, verspreid over een relatief groot gebied, wat vrijstaande woondingen. Verder valt vooral de enorme hoeveelheid auto’s op. Tonopah als verzamelplaats van afgedankte auto’s. Tonopah als voorgeborchte van de sloop.

Kun je het je voorstellen: middaguur in Tonopah? Zonder enige genade martelt de zon de aarde. Terwijl de wind de tumbleweeds voortstuwt te midden van andere ontwortelde struikgewassen en lege bierblikken en opstuivend zand, hoor je, met als achtergrondgeluid het gemurmel van het verkeer op de Interstate 10, het knarsen van de windpump met zijn vele bladen. Ergens blaft een hond. Een hordeur kleppert, maalt het zand in de scharnieren. Een schommelstoel op een veranda lijkt zichzelf te wiegen. Uithangborden piepen amechtig. Flarden countrymuziek vallen lamenterend uit een jukebox, het gevecht aangaand met weer andere muziekbrokstukken uit een verdwaalde transistorradio. De koraalslang slingert zich door het hete zand. ‘Red touch yellow, harmful fellow.’ Geratel weerklinkt en waait weg. Ergens blaft een hond. Het tafereel bevat geen mensen; die hebben zich binnenshuis verschanst waar de airco’s loeien. Iemand trekt ergens een blik bier open; het koolzuur sist. Een oudere heer houdt een siësta. Maribelle-Louise echter heeft behoefte aan bier noch slaap. Zich met een waaier koelte toewuivend, verwenst zij de hitte en het afgelegen hol waar zij woont, die aftandse caravan, en droomt ervan het liefje van de een of andere rodeo, die in deze omgeving zo vaak gehouden worden, te zijn en door een knappe cowboy te worden meegenomen, weg van dit helse oord in de eenzaamheid. Zij stelt het zich voor. Haar gedachten drijven weg en vergeten Tonopah – althans voor even.

De onbeduidendheid van dit cluster van verspreide gehuchten in de wildernis in aanmerking nemend, mag Tonopah zich verheugen op de nodige aandacht van Amerikaanse liedjesschrijvers, natuurlijk juist omdat het als zo’n godverlaten gat midden in het wilde westen ligt. Dat maakt de charme van dit soort plaatsen uit – die daardoor soms mythische proporties krijgen.

‘Tonopah Inn’ van Mike Frisbey en Susan Jeffries. ‘The Tonopah & Tidewater’ van het album On track’ van Trails & Rails. Dave Stamey en Robin Henkel daarentegen verwezen in hun liedjes naar Tonopah, Nevada.

Beroemder is de klassieker ‘Willin’’ van Lowell George. De fat man van Little Feat vereeuwigde Tonopah in zijn lied over een trucker die in zijn vrachtwagen onderweg naar huis is, verwoed hunkerend naar zijn geliefde, Dallas Alice. Het lied bevat de prachtige regels ‘I’ve been from Tucson to Tucumcari,/ Tehachapi to Tonopah./ I've driven every kind a rig /that’s ever been made,/ driven the backroads so I wouldn’t get weighed./ And if you give me: weed, whites and wine/ and you show me a sign,/ I'll be willin', to be movin’.’ Achterafweggetjes nemen om te voorkomen dat de vrachtwagen gewogen wordt. Alles om sneller thuis te zijn. Wat een heerlijke truckerromantiek.

‘Willin’’ is behalve door Little Feat uitgevoerd door Linda Rondstadt, Steve Earl, The Black Crowes, Dwight Yoakam, Phish, Blackberry Smoke, Seatrain, The Byrds, Taneytown, kortom de halve wereld heeft ‘Willin’’ vertolkt. Overigens werd de naam Little Feat minstens voor de helft bedacht door Frank Zappa. Lowell George speelde rond 1970 in The Mothers of Invention. Toen hij die band verliet om zelf een groep op te richten, suggereerde Zappa om die band Little Feet te noemen, omdat George zulke kleine voeten had. George, net zo eigenzinnig als Zappa, maakte daar ‘kleine feiten’ van.

Emmylou Harris schreef samen met Paul Kennerly voor haar album ‘The ballad of Sally Rose’ een nummer, getiteld ‘Sweetheart of the rodeo’, ook zo’n lied over het rusteloze reizen om bij een geliefde te zijn, in feite het aloude romantische thema van de afwezige geliefde nieuw leven inblazend. In ‘Sweetheart of the rodeo’ komen de volgende regels voor: ‘They’re comin’ down from Tonopah to Tupelo./ She’ll come to town to ride the radio,/ like she’s slidin’down the walls of Jericho./ There goes the sweetheart of the rodeo.’

‘Sweetheart of the rodeo’. Toen Gram Parson zich bij The Byrds aansloot, maakte de groep in die samenstelling één album. Ze noemden het album, uit 1968, ‘Sweetheart of the rodeo’, maar een nummer met die titel komt op het album niet voor en evenmin wordt de genoemde sweetheart in de teksten van de nummers genoemd. Ik vermoed dat de titel van dit country-achtige album uit de koker van Parsons komt, die wars van al het hippie-gedoe (maar niet vies van hippie-dingen als drugs en vrije liefde) een titel bedacht die refereerde aan de conservatieve hillbilly-cultuur, die door veel van de toenmalige zogenaamde progressieve geesten als achterlijk werd beschouwd. En wie weet heeft dit Byrds-album Neil Young weer geïnspireerd tot het schrijven van ‘Cinnamon Girl’ en ‘Cowgirl in the sand’.

Emmylou Harris heeft het verzuim van The Byrds goed gemaakt door een ‘Sweetheart of the rodeo’ te componeren. Er volgden andere Sweethearts van de groep Harvey Danger, van Aaron Watson en Dawn Landes. Het countryduo bestaande uit de zussen Janis en Kristine Oliver noemde zich Sweethearts of the Rodeo en gaf hun debuutalbum diezelfde naam.

Maribelle-Louise uit Tonopah, Arizona, slechts veertig jaren jong, wuift zichzelf koelte toe en droomt ervan de sweetheart of the rodeo te zijn.

© 2013 Leo van der Sterren

Geen opmerkingen:

Een reactie posten