donderdag 14 april 2022

Het gebaar

Het filmpje duurt niet lang. Kiev, 28 oktober 2004. Van links naar rechts: Leonid Koetsjma, Vladimir Poetin, Viktor Janoekovytsj en Dmitri Medvedev. Strak in het gelid achter een muur staand waar alleen hun, in ogenschijnlijk zware, zwarte mantels gehulde bovenlijven uitsteken. Aldus schrijven de mores van het Kremlin het voor. Met facies waarin gespeelde strakheid wedijvert met stierlijke verveling ondergaan ze een ceremonieel. Ze slaan het een of andere evenement gade; het bijschrift bij het filmpje vermeldt dat het een militaire parade betreft.

 Janoekovytsj, een boom van een kerel, steekt een hand in zijn jaszak en diept er een voorwerpje uit op. Net boven de rand van de muur friemelen zijn vingers aan het dingetje dat verborgen achter de muur blijft. Schielijk stopt hij iets in zijn mond, kennelijk een snoepje dat hij uit een rolletje heeft gehaald. Meteen begint hij ostentatief op de zoetigheid te kauwen.

 Met een zweem van baldadigheid in zijn houding blikt Janoekovytsj naar links en houdt Medvedev het snoeprolletje voor, maar nog steeds zo laag dat de muur het verhult. Medvedev kijkt naar beneden. Overvallen door de onverwachtheid van het gebaar van de voormalige straatvechter, twijfelt hij een moment. Snel zet hij zich daar overheen en verjaagt een stijve spontaniteit de strakheid van zijn gezicht. Zijn lichaamstaal drukt welwillendheid uit. Hij knikt bevestigend, gretig zelfs. Och ja, waarom niet, lijkt hij tegen Janoekovytsj te zeggen. Hij stopt de lekkernij in zijn mond en zegt ‘dank je wel’, misschien wel met ‘vriend’ eraan toegevoegd.

 Terwijl de transactie tussen de twee mannen zich afspeelt, wendt Poetin duidelijk verstoord en wellicht een beetje geërgerd zijn hoofd naar links. Hij moet in de gaten houden wat zijn compagnons die ook altijd zijn rivalen of antagonisten zijn, uitspoken, zoals hij zich dat in de drang om te overleven in slangenkuilen en wespennesten tot zijn tweede natuur heeft gemaakt.  

 Uitnodigend presenteert Janoekovytjs het snoeprolletje nu aan Poetin. Die bestudeert het een seconde en schudt dan met zijn hoofd. ‘Nee, bedankt,’ lijkt hij tegen de massieve Oekraïner te zeggen. Maar ofschoon Poetin zijns ondanks de glimlach niet weet onderdrukken die zijn gezicht twee tellen ontsiert, spreekt zijn toch wat botte weigering onheilspellende boekdelen; achttien jaar later toog hij weer naar Kiev, zij het dit keer niet in eigen persoon.

 © 2022 Leo van der Sterren