‘We wachten, beker zonder rand of bodem;/ voor een acteur is omhoogvallen/ geen kunst. God joh, je bent een acteur,/ wist je dat? Echt! Geweldig! Invloed onder de/ Daar lig je dus helemaal niet ziek maar/ omdat je acteur bent. Geweldig!’
Het wachten is het wachten van de figuranten of bijfiguren, voor wie het, in tegenstelling tot de geweldige acteur, een hele kunst is om omhoog te vallen. Dit wachten lijkt op een beker zonder rand of bodem. Zo’n beker is niets. Letterlijk niets. Het wachten is dus eindeloos, zoals het wachten van figuranten vaak eindeloos zal schijnen om vervolgens hun zinloze of nagenoeg zinloze ding te doen. Maar de beker verwijst ook naar de bijbel, naar Mattëus 26:42 (of Lucas 22:42): ‘En weer, voor de tweede maal, ging Hij bidden: “Mijn Vader, als het niet mogelijk is dat deze beker voorbijgaat zonder dat Ik hem drink, laat uw wil dan geschieden.”’ Die figuranten of bijfiguren moeten de acteur er echter van doordringen dat hij de geweldige acteur is. Ze zijn helemaal idolaat van de geweldige acteur. Ze kijken tegen hem op, hij die omhoog gevallen is. Hij zelf, de geweldige acteur, schijnt te twijfelen. Is de dichter opnieuw in de huid van een ander gekropen en de geweldige acteur geworden?
De figuranten vinden van zichzelf dat ze eigenlijk geen echte acteurs zijn. Maar iemand – de productieassistent of regieassistent? – steekt de wachtende, door plankenkoorts drukke of juist stille figuranten een hart onder de riem. Hij of zij verzekert ze dat ze wel degelijk volwaardige acteurs zijn, ze aldus moed inpratend. En ze hebben ook invloed op het eindresultaat, heel veel eigenlijk, op de keper beschouwd. Achter het woord ‘invloed’ staat met een ruime spatie de woordcombinatie ‘onder de’. De acteur is dus ook onder de invloed van iets, denkelijk van zijn eigen plankenkoorts die hem soms ziek maakt. De acteur is ziek als gevolg van zijn acteur-zijn en vertolkt – als acteur – zijn ziek-zijn.
© 2014 Leo van der Sterren
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten