donderdag 20 december 2012

Het einde der tijden

Morgen zal de wereld opnieuw vergaan – of zoiets. Op 21 december zal er opnieuw een einde komen aan het bestaan zoals wij dat kennen. Heeft iets met het einde van de Maya-kalender te maken – of zoiets. Het cruciale woord in de eerste twee volzinnen is vanzelfsprekend ‘opnieuw’. Het einde der tijden is in deze era van knip-en-plak-religies, wazige ietsismen en collage-credo’s al dikwijls voorzegd door profeten van de koude grond die zich te pas en te onpas blijven manifesteren, als paniekerige brulapen in pantomimes. Toch zijn dergelijke aankondigingen van zoiets eenmaligs en definitiefs als het wereldeinde (er zou er immers maar eentje van kunnen zijn) telken male met de sisser afgelopen die de anticlimax met recht de anticlimax doet zijn. Geen enkele tijd is er geëindigd. De absoluutheid van de precieze tijdsindicaties van dergelijke voorspellingen staat in schril contrast met de betrekkelijkheid van de smoezen waarmee verklaard moet worden waarom datgene men voorspeld heeft, onvervuld gebleven is. Maar alle pretenties die uitgaan van de afzonderlijke elementen in het onderwerp van de vorige volzin (‘absoluutheid’, ‘precieze tijdsindicaties’, ‘voorspellingen’) in relatie met profetieën van het einde der tijden zijn symptomatisch voor de mate van achterlijkheid waartoe bepaalde mensen, in het bijzonder eschatologisch angehauchte waarzeggers, zich weten op te stuwen. Want men zou toch onderhand beter moeten weten. Als er bij zesentwintig gelegenheden dat er beweerd wordt dat er iets zal gebeuren, uiteindelijk zesentwintig keren niets gebeurt, dan houd je de zevenentwintigste keer je mond. Toch? Niet dan? Maar deze ezels rammen met hun stomme koppen keer op keer tegen dezelfde steen aan. Het zij zo.

Maar goed, voor diegenen die erop kikken om zich gek te laten maken door charlatans, biedt een dorpje in Frankrijk soelaas. In een voorgebergte van de Pyreneeën, genaamd de Corbières, ligt het dorp Bugarach, en in de buurt van dat dorp prijkt een berg, de Pic de Bugarach. De geologie van deze berg intrigeert. De top van deze Pic de Bugarach is namelijk ouder dan het deel van de berg waar de top op rust. De berg draagt dan ook de bijnaam ‘Onderstebovenberg’. De opbouw van deze berg lijkt het gevolg te zijn van een magisch gebeuren maar de verklaring is simpel: de geologisch oudere toplaag is door compressie ooit boven op een jongere laag geschoven. Een geval van tektoniek dus, da’s alles.

In het bijzonder de in ijle luchten naar spirituele adem happende aanhangers van de New Age-beweging negeren deze rationele duiding echter. Voor hen en andere Esoteriërs en Glastonburiërs heeft de Pic de Bugarach gewicht als metafysisch oord. Zij geloven dat de berg zich op 21 december 2012 zal openen en dat buitenaardse wezens met hun ruimtetuig uit het daardoor ontstane gat zullen opdoemen. Die aliens zullen de mensen die zich in en rond Bugarach bevinden in hun ruimteschepen meenemen en van een wisse dood door Apocalyps vrijwaren – met als gevolg dat het intussen erg druk is geworden, daar in de Corbières. De burgemeester van Bugarach heeft uit voorzorg de hulp van extra gendarmes ingeroepen om er de openbare orde te handhaven. Ook bestaat er een zekere angst dat groepen mensen in deze streek de hand aan zichzelf zullen proberen te slaan.

Het is overigens niet ongewoon dat juist deze berg zo in de metafysische belangstelling staat. De lucht nodigt er als het ware toe uit. In zowel spirituele als godsdienstkitscherige zin is Lourdes natuurlijk dominant in het gebied. Maar er is meer. Bugarach ligt ongeveer honderd kilometer ten zuiden van Albi en vijftig kilometer ten zuiden van Carcassonne. Het dorp met de gekke berg ligt niet ver van Montaillou en wordt aan weerszijden geflankeerd door twee bergen die de melodieuze namen Montségur en Quéribus dragen. Kort gezegd: Bugarach ligt midden in Katharenland.

De Katharen of Albigenzen (naar de stad Albi) vertegenwoordigden een religieuze sekte die vanaf de twaalfde eeuw in het zuiden van Frankrijk (Occitanië) en Noord-Italië zo’n omvang aannam dat zij als het ware een tegenkerk vormde tegenover de toen alomtegenwoordige en alvermogend gewaande rooms-katholieke kerk, zij het dat het Katharisme nimmer in die mate in het teken van institutionalisatie heeft gestaan als het rooms-katholicisme. De Katharen beschouwden hun leer als de ware christelijke leer – uiteraard – het zal ook eens niet. Het belangrijkste element van de Kathaarse theologie die als een vorm van gnosticisme gekenschetst kan worden, was het dualisme dat zich uitte in een strikte scheiding tussen het goede en het kwade. De materiële wereld, geschapen door God van het Oude Testament Jahweh of de Demiurg, wordt als de representatie van het kwaad aangezien. Het goede is uitsluitend te vinden bij de God die de vader van Jezus is, in de hemel. Het streven van de Katharen is erop gericht om het goede in de mens, dat zetelt in de ziel, vanuit de boze wereld naar de hemel getransporteerd te krijgen.

Nadat pogingen om de Katharen te bekeren, onder andere door Bernard van Clairvaux en Dominicus Guzman, mislukt waren, werd de sekte als ketters bestempeld en door de rooms-katholieke kerk en door de Franse koningen op niets ontziende wijze vervolgd met als apotheose de bloedige derde kruistocht en de val van het Kathaarse bolwerk, de burcht van Montségur in 1244. Diegenen die de door de overheden gesanctioneerde pogingen tot genocide overleefden gingen ondergronds. In 1255 wordt het laatste Katharenkasteel, Quéribus, veroverd, maar nog tot in de veertiende eeuw blijven er mensen een Kathaars geloof belijden.

Vergeleken met het rooms-katholicisme zou je het Katharisme als ‘rationeler’ kunnen kenschetsen, al zijn bijvoorbeeld concepten als de onsterfelijkheid van de ziel en reïncarnatie belangrijke pijlers van de Kathaarse religie. Maar in tegenstelling tot de papen vatten de Katharen de bijbel op als een verzameling overdrachtelijk bedoelde teksten, zoals kritische bijbeluitleggers dat pas eeuwen later zouden doen. En de Katharen geloofden niet dat God zijn eigen zoon naar de aarde gestuurd had om door het offer van diens lijden en dood de mensen te verlossen. Ze verwierpen de eucharistie als sacrament en de notie van de transsubstantiatie. Veel meer dan de rooms-katholieken beleefden de Katharen hun geloof als individuen. Ten slotte waren de Katharen gnostici en voor gnostici is niet het geloven het belangrijkste maar kennis: zij zoeken mystieke kennis over de verborgen aard van de werkelijkheid en van de mens, in plaats van blind te vertrouwen op wat iemand anders hen voorkauwt over die verborgen aard van de werkelijkheid en van de mens.

Toch zijn de Katharen met van alles en nog wat in verband gebracht. ‘Er is een hoop onzin geschreven over het Katharisme. De Katharen zijn afgeschilderd als geheimzinnige verkondigers van een met geheimen doorweven leer, beladen met een hang naar mystiek en toverkunst. Op een of andere manier werden ze in verband gebracht met de mythen rond de Heilige Graal, koning Arthur, de oorspronkelijke en heidense “gnosis” en vrij recent nog werd hun naam verbonden met een van de meest geruchtmakende theorieën over vermeende samenzweringen. Daarbij zou alles betrokken zijn, van de zogenaamde afstammelingen van Christus, het Merovingische huis, de Tempeliers, het Lotharingse huis, de theosofie en het occultisme van de negentiende en twintigste eeuw, de Nazi-partij, de Rozekruisers, de dichters van het Symbolisme, de schilder Nicolas Poussin en de Ark des Verbond tot de inmiddels maar al te vertrouwde mengelmoes van intergalactische UFO-spinsels, het “holisme” en kosmologische ontstaanstheorieën, de Oud-Egyptische mythologie, speurtochten naar Atlantis en prehistorische astronomie. (Thomas Churton, ‘Geschiedenis van de gnosis’, Utrecht, 1989, p. 59).

En dan zijn we weer terug waar we begonnen waren, namelijk bij de mafkezen die voor morgen het einde van de tijden hebben aangekondigd.

© 2012 Leo van der Sterren

Geen opmerkingen:

Een reactie posten