zondag 23 december 2012

Amerikaanse toestanden

‘The only thing that stops a bad guy with a gun is a good guy with a gun,’ verklaarde Wayne LaPierre, voorzitter van de National Rifle Association, op een persconferentie naar aanleiding van het bloedbad op de Sandy Hook Elementary School in Newtown, Connecticut. Want het is nooit een wapen dat doodt, het is de mens die het wapen hanteert, die doodt. De NRA – die voorgeeft de brave burgers van de Verenigde Staten te representeren, maar die in die positie ook de beste maatjes kan zijn met een ieder die zich binnen de wapenindustrie beweegt – had tot dan toe gezwegen, uit piëteit, zo werd gezegd. Ik denk dat Wayne LaPierre zich helemaal niet geroepen voelde om die persconferentie te geven: waarom moet ik, als voorzitter van de NRA, mij verantwoorden voor iets wat ik of de NRA niet heeft gedaan? Zo zal Wayne in heel zijn wijsheid zichzelf hebben voorgehouden. En dus koos hij voor de aanval.

‘The only thing that stops a bad guy with a gun is a good guy with a gun.’ Ziedaar het zielige dualisme van de voorzitter van een vereniging van vier miljoen leden die zich sterk maakt voor dat heilige en onaantastbare privilege van het wapenbezit in de Verenigde Staten van Amerika. Aan de ene kant staan de ‘good guys’ en aan de andere kant de ‘bad guys’. De leden uit die eerste categorie bepalen welke lieden die laatste klasse bevolken. En de eerste categorie dient beschermd te worden tegen de laatste categorie. Het getuigt allemaal van een verbluffend inzicht. Maar de simpelheid regeert dan ook.

Simpelheid. Ook voor wat betreft de beveiliging van de basisscholen in de Verenigde Staten legt LaPierre een in het oog springende eenvoud van denken aan de dag: ‘we need to have every single school in America immediately deploy a protection program proven to work and by that I mean armed security.’ Niet minder wapens dus, maar meer wapens. Bovendien zouden de makers van speelfilms, televisieseries en videospelletjes eens beter moeten nadenken voordat ze de hoeveelheden geweld in hun producten blijven stoppen die er nu in zitten. Anders dan enkele decennia geleden, toen rockmuzikanten de schuld kregen, zijn het nu de makers van geweldsamusement die mede verantwoordelijk zijn voor bloedbaden à la Newtown. Dixit LaPierre.

Want het is nooit een wapen dat doodt, het is de mens die het wapen hanteert, die doodt. En die mens wordt tot doden aangezet door de amusementsindustrie waarin het krioelt van de geweldfetisjisten. De amusementsindustrie die het geweld verheerlijkt, daar schuilt de root cause van alle ellende.

‘The only thing that stops a bad guy with a gun is a good guy with a gun.’ Het is diep bedroevend dat vertegenwoordigers van organisaties die uit hoofde van hun functie een bijdrage moeten leveren aan een discussie over een ernstig incident als een schietpartij waarbij ook kinderen het slachtoffer zijn, zich bedienen van eenlijners, en vaak niet anders menen te kunnen dan zich bedienen van eenlijners omdat de boodschap anders niet aankomt en beklijft. Dat je dan tevergeefs kunt zoeken naar enige empathie met een andere partij of enige nuance, lijdt geen twijfel. Maar de dingen die gezegd worden, worden gezegd, bot, kortzichtig, polariserend en al.

Wanneer ons, in Europa, en vooral in Nederland, media-optredens zoals dat van LaPierre onder ogen komen, hebben wij nogal eens de neiging om Amerikanen als oppervlakkig of zelfs dom af te schilderen. Moet je echter sowieso al omzichtig te werk gaan in het vellen van dergelijke algemene oordelen, in het bijzonder waar het de verstandelijke vermogens van mede-aardbewoners aangaat, daar waar de mentaliteit van de inwoners van de Verenigde Staten van Amerika aan de orde komt, dien je dubbel behoedzaam te opereren.

Veel Amerikanen denken fundamenteel anders dan wij Europeanen, en vooral wij Nederlanders, over bepaalde zaken. In Nederland bijvoorbeeld is de solidariteit met landgenoten hoog in het vaandel gezet. De sterken moeten voor de zwakken zorgen. In Nederland hebben we die solidariteit uitbesteed aan de overheid. Dat is de instantie die de belastinggelden int en met de daaruit opgebouwde fondsen ondersteunt zij de zwakkeren in de samenleving. De sterkeren in Nederland zijn dus verplicht solidair met de zwakkeren.

In de Verenigde Staten bestaat die solidariteit ook, zij het in beduidend mindere mate. Bovendien vindt ongeveer de helft van de Amerikanen dat die toch al minieme solidariteit niet verplicht kan en mag zijn. Zij huldigen het standpunt dat elk individu voor zichzelf dient te zorgen. De zwakkeren in de samenleving moeten maar zien hoe ze het rooien. Solidariteit met de minder bedeelden kan en mag wel, maar uitsluitend vrijwillig, namelijk in de vorm van liefdadigheid.

De Amerikaanse burgers die bovenstaande opvatting koesteren en uitdragen – ruwweg overeen komend met de aanhang van de Republikeinse partij – hebben over het algemeen een enorme hekel aan de overheid en aan bemoeienis door de overheid met wat zij, die burgers, exclusief als hun privé-aangelegenheden beschouwen. Het liefst zouden zij die belasting innende, bemoeizieke overheid afschaffen of in elk geval zo klein mogelijk houden. Door de overheid opgelegde en uitgevoerde solidariteit met de zwakkeren in de samenleving wekt door het obligatoire karakter ervan hun afschuw op. Het doet daarenboven de overheid uitdijen. En dat is allemaal ontzettend slecht.

In Europa, en vooral in Nederland, zetten wij dit soort standpunten weg als egoïstisch en ongedifferentieerd, maar als je uit de sociale, of zelfs socialistische tunnel weet te kruipen die onze natuurlijke habitat is geworden, dan zijn deze denkbeelden heel reëel. Waarom zou ik als mens een fundamentele eigenschap van het menszijn, namelijk onze egoïstische natuur, ontkennen? En waarom zou ik me niet als mens mogen gedragen? Wat is er mis met opkomen voor je eigen belangen? Denk je nu echt dat de mensen in Europa minder egoïstisch zijn dan de mensen in de Verenigde Staten? Waarom zou ik voor een ander moeten zorgen? Iedereen moet maar gewoon voor zichzelf opkomen. Er valt iets voor te zeggen zoals elk standpunt bepleit kan worden. Maar wanneer een dergelijke argumentatie tot in zijn uiterste consequentie nagestreefd zou worden, zou dat ontaarden in situaties waarin het recht van de sterkste zegeviert. En dat gaat niet meer, vinden wij in Europa, en vooral in Nederland, op deze overvolle aardbol.

Het wapenbezit in de Verenigde Staten stamt uit een tijd – toen dat deel van de aardbol nog Nieuwe Wereld werd genoemd, of ook wel het Wilde Westen – dat de burgers zichzelf dienden te beschermen omdat de (minuscule) overheid dat in elk geval nog niet deed. En, zo zullen veel Amerikanen aanvoeren, de overheid – zelfs die veel te grote overheid van nu – doet dat nog steeds niet adequaat, want als de overheid zijn burgers wel adequaat zou behoeden voor de dingen die slechte mensen doen, dan zouden er niet dergelijke bloedbaden als onlangs in Newtown plaatsvinden. En dus moeten wij, brave, law abiding Amerikaanse burgers, onszelf blijven beschermen en dus schaffen we wapens aan. De redenering bevat enige logica, maar het is de typische logica die ook het handelen tijdens de Koude Oorlog bepaalde: wapens dienen met wapens bestreden te worden. Bezit de ene partij meer wapens dan de andere partij, dan moet ook de andere partij meer wapens krijgen om het evenwicht te herstellen. Zodat het ene kamp het wel laat om het andere kamp, dat immers even sterk is, aan te vallen. Het mechanisme is even simpel als onverstandig en ja, onverantwoord. Want wat kan er verstandiger en goedkoper zijn dan die spiraal van de wedloop juist neerwaarts te doen buigen (maar wat heeft de wapenindustrie ermee te maken wat het verstandigst en het voordeligst is)? Een klein kind immers weet het al: weinig wapens hebben is altijd wijzer dan veel wapens hebben. Des te meer wapens, des te groter de kans dat mensen andere mensen dood maken met die wapens. Het zoeken naar de nuance verplicht er echter toe om ook de redenering van Amerikanen die wij, in Europa en vooral in Nederland, soms gek of dom achten, serieus te nemen, zelfs als die Amerikaan Wayne LaPierre heet, een naam die in spijt van het feit dat hij Franse voorouders indiceert, gelijkgeschakeld kan worden met domheid. Dingen komen nooit zomaar uit de lucht vallen.

© 2012 Leo van der Sterren

Geen opmerkingen:

Een reactie posten