vrijdag 16 maart 2012

Amphorismen 2























Een dichter draait revoluties af noch doet hij aan magie.

Romantiek. Iedereen weet wat er bedoeld wordt; niemand kan er een bevredigende definitie van geven.

De dichter werkt op de vierkante millimeter als hij zijn gedicht schrijft; de lezer zal dat ook moeten doen als hij het gedicht leest.

'Hij heeft het werk niet uitgevonden.'
'Ik ook niet. Het was helaas al uitgevonden toen ik ermee begon.'

Vaak schiet de epische ademtocht tekort; soms voelt zelfs het lyrische geblaas te zwak aan.

Alleen dat wat tussen ‘er was eens...’ en ‘ze leefden nog lang en gelukkig’ voorvalt, is de moeite van het vertellen waard.

Waarom blijkt iets dat elke dag opnieuw tot mislukken gedoemd lijkt, elke dag toch weer te lukken? Waarom lijkt iets dat elke dag lukt, elke dag opnieuw toch weer tot mislukken gedoemd?

We snappen nu waarom we niet snappen dat we het niet snappen.

Ik zeg gewoon wat ik denk dat het betekent.

Alle poëzie is dood.

© 2012 Leo van der Sterren

Geen opmerkingen:

Een reactie posten