zaterdag 19 december 2009

Een nieuw liedje

In het kader van de postklotenkloterij

presenteerde Linda de Onsterfelijke,

o Linda van de Blonde Ongenaakbaarheid,

voor televisie de show Miljoenenjacht,

je weet wel met die gouden koffertjes.


Na de eerste schermutselingen

of inleidende beschietingen

om kandidaten af te serveren,

blijven er twee over. Een oudere uit

Zeeuws Vlaanderen, een ietwat stugge man,

zo’n echte Zeeuw. De ander is een jonge gast,

een sympathieke vent met een gesmeerde babbel,

Toevallig zijn zij beiden homoseksueel.

maar god zij dank geen nichten.

Hun partners prijken op de tribune

en die zijn ook sociaal aanvaardbaar.

Een gok maakt uit wie doorgaat

naar de finale. En je ziet Linda denken

terwijl zij naar die jonge vlotte kerel loert:

‘Wat een verrukkelijke homo! En ik hoop dat die

heerlijke homo doorgaat naar de finale,

zo leuk, zo fijn, zo enig,

een soort van Paul de Leeuw maar

dan anders.

Dan mag ik langs hem staan

met zonder iets te moeten vrezen.

Ik hoef geen lange stiltes vol

te lullen. O wat hoop ik dat

die ene smakelijke homo wint!’


Haar stiekeme smeekbeden worden grif verhoord.

De sympathieke homo met de vlotte babbel

gaat door. Zijn vriend blijkt ook al even

beschaafd en sympathiek en welbespraakt.


En Linda de Onsterfelijke geniet.

O Linda van de Blonde Ongenaakbaarheid.

Zie haar gezicht eens stralen.

De Linda lacht zoals alleen de Linda lachen kan.


De verrukkelijke homo ging met honderdduizend euro

naar huize-heerlijk-homo-zijn terug,

zijn vriend en hij, dolblij.

Zijn naam ontschoot mij, maar hij heette

in elk geval geen Willem van Oranje.


© 2009 Leo van der Sterren

Geen opmerkingen:

Een reactie posten