maandag 20 oktober 2014

Mensen en Ludwig Hohl

Er zijn mensen die de hele dag praten. Echt waar, sommige mensen weten gewoon niet van ophouden. Hun monden bewegen. Hun lippen staan niet stil. Voortdurend komen er geluiden uit dat grote gat in hun gezicht. Ze praten wel maar zeggen niets. Het is dood praten.

Bepaalde mensen melden de hele dag door bij al hun bezigheden wat ze gedaan hebben, wat ze doen of wat ze gaan doen. Ze becommentariëren als het ware datgene wat ze doen. Ze plaatsen er voetnoten bij. Soms bekritiseren ze zichzelf, maar talloze malen vaker komt het voor dat ze mededelen hoe goed (slim, bekwaam, lief, nauwgezet) ze wel niet zijn – en hoe slecht (dom, onbekwaam, stout, slordig, lelijk) de anderen.

Sommige mensen hebben moeite om met veranderingen om te gaan. Ik ken iemand die, als er zich veranderingen hebben voorgedaan in de dingen waar hij dagelijks mee geconfronteerd wordt, elk detail van verandering dat hij tegenkomt, tot een probleem opblaast en dat luid wereldkundig maakt. De hele wereld zal weten wat hem aangedaan is en hoe hij zich klagend, vloekend en mopperend, maar niettemin manhaftig door de dag moet slaan.

Ook zijn er mensen die menen dat ze aan de gezichtsuitdrukkingen van hun medemensen kunnen aflezen wat hun medemensen denken en voelen. Maar er is zo’n veelheid van gedachten en gevoelens en die veelheid hangt van zoveel factoren af dat het per definitie onmogelijk is om te raden wat mensen denken en voelen. Toch durven lieden te beweren dat ze gedachten kunnen lezen, net zoals er menselijke wezens bestaan die voortdurend reppen over de splinters in de ogen van anderen, maar die de balk die uit hun eigen pupil steekt, niet opmerken. Er zijn mensen die werkelijk menen dat ze alles goed doen en de anderen alles verkeerd.

En dan vind je hier en daar een enkeling die bezig is met arbeiden. En dan bedoel ik arbeiden in de betekenis die de Zwitserse schrijver Ludwig Hohl eraan gaf. ‘Arbeit ist immer ein Inneres; und immer muß sie nach einem Außen gerichtet sein. Tätigkeit, die nicht nach einem Außen gerichtet ist, ist keine Arbeit; Tätigkeit, die nicht ein inneres Geschehen ist, ist keine Arbeit.’ Dit schreef Ludwig Hohl in zijn belangrijkste werk, ‘Die Notizen’, waarvan het eerste deel in 1944 en het tweede deel door omstandigheden pas in 1954 werd uitgegeven. Maar die tweedeling strookte niet met de bedoeling van de auteur. ‘Die Notizen’ vormt één geheel. Zo had Hohl het bedoeld toen hij dit meesterwerk in de jaren dertig van de vorige eeuw in Den Haag schreef – onder erbarmelijke levensomstandigheden. Toen hij het zwijgend schreef en zonder er ruchtbaarheid aan te geven. Im Exil. Dus er was ook niemand om te luisteren en niemand om er attent op te zijn.

Over Ludwig Hohl is onlangs een door Anna Stüssi geschreven biografie verschenen bij uitgeverij Wallstein in Göttingen: ‘Unterwegs zum Werk. Eine Biographie der Jahre 1904 bis 1937’ met een nadruk op de Haagse jaren van Hohl.

© 2014 Leo van der Sterren


Geen opmerkingen:

Een reactie posten