Gisteravond ‘The Hobbit’ deel twee gezien, ‘The desolation of Smaug’. Een feest voor het oog, al kom je soms ook ogen te kort – een euvel van de hedendaagse film die bedoeld is geld in het laatje te brengen.
Te midden van alle vreemde, zowel beschaafde als onbeschaafde taaltjes (het Elfs, het Orks) doen het keurige taalgebruik en het accent van Smaug – de draak en het grootste ondier in de film – niet alleen ietwat komisch aan, maar doen zij ook vermoeden dat hij eerst op Eton heeft gezeten en vervolgens op Cambridge waar hij colleges van Wittgenstein heeft gevolgd. Los van het feit dat Wittgenstein Smaug vaak vrees inboezemde, had hij, Smaug, op grond van de inhoud van de lessen van Wittgenstein niet eens bestaansrecht. Wat niet zo leuk was, want ‘Smauch’ had dat weer wel, zij het voornamelijk in combinatie met ‘Spur’: ‘Smauchspur’. De ‘Spur’ van de substantie op de pook van Wittgenstein, dat was geen ‘Smauch’, maar doodgewone as – en had dus ook niets te maken met het as van het haar van Sulamith.
© 2013 Leo van der Sterren
zaterdag 28 december 2013
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten