Ronald de Graaf, ‘Oorlog, mijn arme schapen. Een andere kijk op de Tachtigjarige Oorlog 1565 – 1648’. Franeker, 2004. Lijvig boek waarin vele aspecten van deze roerige episode van de vaderlandsche geschiedenis aan de orde worden gesteld.
Nyk de Vries, ‘De dingen gebeuren omdat ze rijmen’. Amsterdam, 2011. Niet altijd even mooi, soms irritant, de proza-‘gedichten’ van De Vries. Maar ‘Boek’, ‘Koortslip’ en ‘Reis’ zijn wel mooi, vond ik (vooral ‘Reis’).
Louis-Ferdinand Céline, ‘Van het ene slot naar het andere’. Amsterdam, 1981. Eerste deel van Célines ‘Duitse’ trilogie, over zijn zwerftochten vanaf 1944 door Europa. Even huiveringwekkend als hilarisch, Célines verslag van het gedwongen verblijf vanaf september 1944 van de Vichy-regering in Sigmaringen veroorzaakte de nodige ophef. Vanwege de publicatie van enige anti-communistische, racistische en antisemitische geschriften tijdens de oorlog ontvluchtte Céline Frankrijk in 1944 en kwam hij na enige omzwervingen eveneens in Sigmaringen terecht. Inderdaad, een ‘hallucinerend visioen’. Oorspronkelijk gepubliceerd in 1957.
Jan Brokken, ‘De vergelding. Een dorp in tijden van oorlog’. Amsterdam, 2013. Opnieuw – na het boek van Céline – een boek over de nasleep van de oorlog. Boeiend boek.
Louis-Ferdinand Céline, ‘Noord’. Amsterdam, 1983. Deel twee uit de ‘Duitse’ trilogie, oorspronkelijk in 1961 gepubliceerd. Maar Céline beschrijft in ‘Noord’ gebeurtenissen, uiteraard sterk geromaniseerd, die chronologisch vóór de wederwaardigheden uit ‘Van het ene slot naar het andere’ te plaatsen zijn. ‘Noord’ is zo mogelijk nog huiveringwekkender dan het eerste boek uit het drieluik. Vooral tegen het einde krijgt het boek een surrealistisch karakter dat imponeert.
Louis-Ferdinand Céline, ‘Rigodon’. Amsterdam, 1985. Het sluitstuk van Célines ‘Duitse’ trilogie en tevens zijn laatste boek. De dag nadat hij het manuscript van ‘Rigodon’ herzien had, overleed hij, 1 juli 1961, zo luidt althans het verhaal.
Florian Illies, ‘1913. Het laatste gouden jaar van de twintigste eeuw’. Amsterdam, 2013. Hitler en Stalin die elkaar in 1913 in Wenen ontmoet zouden hebben. Dit boek bestaat uit een aaneenschakeling van Wikipedia- en geschiedenisboekfeiten en de resultaten van niet zelden goedkoop gespeculeer. Een flauw boek.
Thomas Jerome Seabrook, ‘Bowie in Berlin. A new career in a new town’. Londen, 2008. Fascinerend boek over Bowie in zijn ‘Berlijnse periode’, of hoe een rockster zich van een lichamelijk en geestelijk wrak tot een redelijk gezond mens weet te transformeren en op die manier de dood ontloopt – maar het scheelde niet veel. In de tussentijd maakt hij ook nog enkele prachtige albums ‘Station to Station’, ‘Low’ en ‘Heroes’ en ontplooit hij nog allerlei andere activiteiten.
Frédéric Vitoux, ‘Het leven van Céline’ Amsterdam, 1990. Geen ideale biografie. Oftewel: er kleven nogal wat feilen aan deze turf.
Eduardo Mendoza, ‘De neergang van Madrid’. Amsterdam, 2013. Eigenlijk een heel slecht boek. Ongeloofwaardigheid die tergt, zo valt ‘De neergang van Madrid’ het beste en in één zin te kenschetsen. Daar waar het boek broeierig of beklemmend had kunnen zijn, is het dat niet. Wie het wespennest van het Spanje net voor de de burgeroorlog wil beschrijven, moet duidelijk maken dat het er halfdonker is en dat het vol met dwaze wespen zit die allemaal iets anders willen.
Paul Claes, ‘Zwarte zon. Code van de hermetische poëzie’. Nijmegen, 2013. ‘When no criticism is pretended to, & the Mind in its simplicity gives itself up to a Poem as to a work of nature, Poetry gives most pleasure when only generally & not perfectly understood.’ (Samuel Taylor Coleridge, ‘The Notebooks of Samuel Taylor Coleridge’. Volume I. Text. Lemma 383).
Vincent Bugliosi with Curt Gentry, ‘Helter skelter. The true story of the Manson murders’. New York, 1994 [1974]. Fascinerend, bij vlagen spannend boek over een van de meest geruchtmakende moordzaken ooit. Bugliosi was de openbare aanklager die Manson cs. veroordeeld wist te krijgen. Uiteraard plaatst hij zichzelf volop in de schijnwerper van de heroïek. Naar aanleiding van dit boek heb ik mij ook Bugliosi’s Kennedy-boek aangeschaft.
David Kynaston, ‘Modernity Britain. Opening the box, 1957 – 59’. Londen, 2013. Het vijfde boek in de serie ‘Tales of a New Jerusalem’. Volgens een intussen vertrouwd concept en van de intussen vertrouwde hoge kwaliteit.
Umberto Eco, ‘Baudolino’. Amsterdam, 2005. Over hersenschimmen. En over het belang dat mensen aan hersenschimmen kunnen hechten. Zoals bij alle boeken van Eco na ‘De naam van de roos’ ontbreekt er iets. Maar ik heb er nog niet over nagedacht wat er ontbreekt.
Jeffery W. Vail, ‘The literary relationship of Lord Byron and Thomas Moore’. Baltimore, 2001. Over de vriendschap tussen twee rivalen en concurrenten die in het Engeland van het begin van de achttiende eeuw dezelfde status hadden als rocksterren nu.
Mohammed Sharafuddin, ‘Islam and romantic orientalism. Literary enocounters with the Orient’. Londen, New York, 1996 [1994]. Verplichte kost voor een ieder die interesse heeft in het zogenaamde ‘romantische oriëntalisme’.
J. D. Salinger, ‘De vanger in het graan’. Amsterdam, 2012 [1989]. Inderdaad een prachtboek.
Ronald Prud’homme van Reine, ‘Moordenaars van Jan de Wit. De zwartste bladzijde van de Gouden Eeuw’. Utrecht, 2013. Over de moord in het Rampjaar 1672 op raadpensionaris Johan de Witt en diens broer Cornelis in Den Haag en de rol die de stadhouder van Holland en aanstaande koning van Engeland, Willem III, daarbij speelde. Dit boek wil 341 jaren na dato nog de scoop leveren dat er een door Oranje geïnstigeerd complot achter de moordpartij zat, maar slaagt daar niet in. Dus veel gespeculeer op basis van de bekende documenten en een enkele onbekende getuigenverklaring over iets wat niet verder te reconstrueren valt, wat voor elke gebeurtenis geldt, tenzij er echt nieuwe documenten op zouden duiken.
Geert Mak, ‘Reizen zonder John. Op zoek naar Amerika’. Amsterdam, 2012. Domineeisme.
Martin Bossenbroek, ‘De Boerenoorlog’. Amsterdam, 2013. Lijvig boek over de strijd die de Boeren rond de wisseling van de negentiende naar de twintigste eeuw voerden tegen de Britten om hun onafhankelijkheid te behouden. Een Nederlands getinte ‘tegenhanger’ van ‘The Boer war’ van Thomas Pakenham.
Georg Büchner, ‘Lenz’. Novelle over het geestelijke verval door waanzin van de Duitse Sturm und Drang-dichter Jakob Michael Reinhold Lenz.
Samuel Butler, ‘De weg van alle vlees’. Amsterdam, 2013. De Nederlandse vertaling van Butlers in 1903 postuum gepubliceerde roman over de wederwaardigheden van de Ernest Pontifex in het Engeland van koningin Victoria.
‘Bobschrift 2013. Verhalen en artikelen’. Rotterdam, 2013. Over Bob den Uyl. Niet allemaal even waardevol en zinvol.
Ben IJpma en Ben van Melick (red.) ‘Ik ben een gemankeerde saxofonist. Lucebert & Jazz’. Rimburg, Amsterdam, 2013. Lucebert en jazz, jazz en Lucebert. Mooi uitgegeven, maar qua inhoud wel veel van hetzelfde.
Umberto Eco, ‘De geschiedenis van imaginaire landen en plaatsen’. Amsterdam, 2013. Prachtig prentenboek dat naadloos aansluit bij ‘Baudolino’.
Willem Otterspeer, ‘De mislukkingskunstenaar. Willem Frederik Hermans. Biografie, deel I (1921 – 1955). Amsterdam, 2013. Verplichte kost voor elke Hermans-adept. Nog maar net uit, vond ik dit toch wel een adequate biografie. Maar dat een boek met deze portee het stof rondom Hermans en zijn nalatenschap doet opwaaien, spreekt vanzelf. Iedereen die er toe doet, wil er toe doen.
Max Pam, ‘Ketter en geest’. Amsterdam, 2011.
© 2013 Leo van der Sterren
dinsdag 31 december 2013
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten