maandag 2 september 2013

Zomerdaan

Daan Roosegaarde – kunstenaar, ontwerper, uitvinder, ondernemer, maar vooral dromenbouwer – had de eer om als laatste zomergast van 2013 zijn ideale televisieavond in te vullen. Roosegaarde belichaamt in zijn eentje zo’n beetje de nieuwe wereld, waarin het streven naar de oplossingen van de huidige problemen zal worden aangedreven door duurzaamheid, ‘tech’ en door een nieuwe houding van de mensen – niet meer gericht op bezit en consumptie, maar op samen delen en speelsheid. Ik geloof dat ik het zo wel ongeveer mag samenvatten.

Het enthousiasme van Roosgaarde werkte aanvankelijk aanstekelijk. Zijn optimisme leek onverwoestbaar. Maar op een gegeven moment begon het gebruik van de woorden ‘gaaf’ en ‘tof’ te irriteren. Het werd te zeer een jochie-achtige goed nieuws-show. Het bestaan op deze aarde bestaat niet uitsluitend uit kommer en kwel, maar dat wil niet zeggen dat alles rozengeur en maneschijn is. Als De Jong, die in de regel al even jongensachtig meedeinde op de goede vibraties, zijn eigen gast een enkele keer met de voeten op aarde zette door kritische kanttekeningen te plaatsen, dan vond Roosegaarde dat ‘flauw’.

Overigens vroeg Roosegaarde niet zelden bevestiging bij zijn gastheer voor de wilde zienswijzen die hij lanceerde. Dan ontpopte er zich plotsklaps een jochie van acht, negen die geen enkel benul had van de inherente waarde van zijn plannen (als die er al was) en of zijn gesprekspartner deze zoveelste, spontane, impulsieve aanzet tot een project nu zou goed- of afkeuren. Die blijken van onzekerheid toonden al hoe zwak het fundament is waarop Roosegaardes denkbeelden gebaseerd zijn – als het bladerdek op het meertje in Nieuwkoop waarop Roosegaarde als kind speelde: als je er gewoon overheen liep, gebeurde er niets, maar als je teveel kracht zette, zakte je er doorheen, het water in, terwijl het bladerdek zich weer boven je sloot. Gevaarlijk, ja, gaf ook Roosegaarde toe, maar zonder blijk te geven van een besef van de werkelijke risico’s die hij daarbij had gelopen, omdat de waan van de eigen onsterfelijkheid prevaleerde (en prevaleert).

Het kostte mij soms enige moeite om het ultra-optimistische betoog van Roosegaarde te volgen, maar bij de keuze van fragmenten, die zich kenmerkte door een bepaalde eenzijdigheid, bevonden zich enkele wonderschone filmpjes zoals de lichtgevende kwallen, de nieuwe heren van de thee en de mierenstad. En niet te vergeten de beelden van Roosegaardes eigen werken. Vooral ‘Lotus 7.0’ en ‘Dune’ ogen prachtig. Maar al met al vond ik, terwijl ik deze tekst zit te tikken en naar iets oudwereldlijks als ‘Orange skies’ van Love luister, Roosegaardes optreden te eenzijdig speels en te zeer getuigend van een gebrek aan gerichtheid en diepgang. Enigszins flauw woordspelend zou je Roosegaarde een visionair kunnen noemen wiens visioenen visie ontberen.

© 2013 Leo van der Sterren

Geen opmerkingen:

Een reactie posten