zaterdag 13 juli 2013

Het onzegbare

Je hoort mensen wel eens verzuchten: ‘ik zou niet weten hoe ik het zou moeten uitdrukken’ of ‘ik heb geen idee hoe ik het moet verwoorden’. Er bestaan nog veel meer frasen om de vertwijfeling uit te drukken die met de ontoereikendheid of vermeende ontoereikendheid van taal gepaard gaat. ‘’t Is een gevoel, ik weet niet...’ ‘Ik kan het niet beschrijven.’ ‘Er zijn geen woorden voor.’

Mensen, als met taal behepte wezens, maken zich er vaak met een jantje-van-leiden vanaf, vooral als het gaat om de representatie van de inhoud van hun zielen. Als ze beter hun best zouden doen, zouden ze een heel eind verder komen in de transpositie van hun gevoelens of gedachten in woorden. Iets anders is het als mensen gevraagd wordt intuïties of voorgevoelens met argumenten te funderen. Dan beland je meteen in zweverige sferen. Want alles wat gezegd wordt en wat met motieven en redenen kan worden gestaafd, kan per definitie niet tot de categorie van intuïties en voorgevoelens behoren. Intuïties en voorgevoelens bestaan niet. Mensen die hun intuïties en voorgevoelens uitdrukken, gokken. Zij doen gewichtig. Zij stellen zich aan. Mediums, profeten, trendwatchers, gadverdamme!

Iets kan zijn of iets kan niet zijn. ‘Wovon man nicht sprechen kann, darüber muss man schweigen,’ stelde de wijze man Wittgenstein logisch-positivistisch. Iets is of iets is niet. Waarom doet Wittgenstein deze uitspraak? Omdat de homo sapiens zich steeds bezig heeft gehouden met dingen die er niet zijn. Goden, spoken, wanenm geesten, fata morgana’s. Excrementen van de verbeelding.

Maar wat is de status van de producten van de verbeelding dan? Zijn die of zijn die niet? Natuurlijk existeren producten van de verbeelding zodra zij genoemd en benoemd zijn. Er hoeft slechts één toehoorder te zijn die kan getuigen dat persoon zus en zo de lettercombinatie ‘knawoeperdo’ heeft uitgesproken en de knawoeperdo bestaat. En de voortbrengselen van de verbeelding kunnen ook fysiek gerealiseerd worden door ze te materialiseren. Die materialisaties vallen niet uit de lucht. Die worden vervaardigd, die vinden hun oorsprong in de maker ervan, op basis van wat de bedenker zich had uitgedacht. Overigens vallen bedenker en maker vaak samen in een en dezelfde persoon.

Iemand heeft ooit de drie-eenheid verzonnen. En iemand anders heeft op grond van dat verzinsel ooit de Vierge Ouvrante gemaakt, een sculptuur van Maria die kan worden geopend, waarna zowel God de vader als diens zoon Jezus Christus als de Heilige Geest zichtbaar zijn. Dit beeld – kunstvol, spitsvondig, maar ook grotesk en ridicuul – vond gedurende de Middeleeuwen veel nabootsing.



Het object van het onzegbare in Wittgensteins stelling is datgene wat niet zintuiglijk waargenomen kan worden. Maar als mensen taal aanwenden, zeggen ze voortdurend dingen die de zintuiglijke waarneming geweld aandoen. De taal laat zich voor alles lenen. Taal maakt alles mogelijk. In dat opzicht bezit de taal magische kwaliteiten.

© 2013 Leo van der Sterren

Geen opmerkingen:

Een reactie posten