zaterdag 21 mei 2011

De Laatste Dag

De Grote Dag is aangebroken. Vandaag staat de ultieme gebeurtenis op de agenda. Voor de laatste keer heeft de ontwakende zon zjin gouden kruin boven de einder in het oosten uitgeduwd. Op deze gedenkwaardige dag zal namelijk de wereld vergaan. Nog een paar uren en dan is alles voorbij. Dan zijn voorgoed we uitgeteld.

De Amerikaanse predikant Harold Camping heeft gesolliciteerd op de vacature van profeet. Hij heeft uitgerekend dat de Dag des Oordeels op 21 mei 2011 zal plaatsvinden. Hij had die calculatorische oefening al eens eerder uitgevoerd, maar toen, in 1994, had hij een rekenfoutje gemaakt, zo bleek achteraf. Die fout heeft hij nu gecorrigeeerd en de uitkomst van die correctie was dat het einde der tijden op deze zaterdag in 2011 valt. In interviews doet de dominee kond van de verlossing die de weinige uitverkorenen ten deel zal vallen. Gelovigen verbranden hun schepen achter zich. In demonstraties geven deze dwepers uiting aan de blijdschap waarmee zij de heilsboodschap hebben ontvangen. Woest proberen zij ongelovigen te bekeren. Op reclameborden die her en der prijken, wordt de Laatste Dag aangekondigd als ware het afgeprijsd ondergoed bij Zeeman. ‘De Bijbel garandeerd het,’ zo melden de borden zelfverzekerd.

Die laatste ‘d’ in ‘garandeerd’ had natuurlijk een ‘t’ moeten zijn. Die taalfout, dat is een ongelukje, maar dat akkefietje symboliseert wel op fraaie wijze de grenzeloze domheid van sommige aardbewoners, namelijk onze medemensen die lijden aan religieuze bevlogenheid zonder weerga. Die domheid wordt bovendien zonder enige gêne geëtaleerd. Stupiditeit in het kwadraat. Kan het erger?

Elke religieuze uiting of uiting van religiositeit dient met een flink aantal korreltjes zout genomen te worden. Zij die het overdrachtelijke gehalte van godsdienstige getuigenissen weigeren te erkennen, maken een goede kans voorgoed tot de risée te worden gebombardeerd. Zij die zover gaan dat zij godsdienstige getuigenissen echt letterlijk opvatten, maken het andere mensen op voorhand onmogelijk hen nog langer serieus te nemen. Zij zullen met hoon worden overladen. Of op zijn best zullen zij worden genegeerd. En die reacties zijn niet alleen volkomen terecht, maar ook volstrekt adequaat.

Verlangens die te maken hebben met het einde van de wereld zijn van alle tijden. Mensen willen altijd zijn zoals ze op een bepaald moment niet zijn. Ze willen hebben wat ze op een bepaald moment niet hebben. Als ze alleen zijn, willen ze onder de mensen verkeren. Als ze zich in gezelschap bevinden, smachten ze ernaar om op zichzelf te zijn. De hunkering naar het andere overheerst. De wens in een betere wereld te leven, in een nieuw Jerusalem te wonen, is dus niets nieuws. Maar aan de grondvesting van dergelijke utopieën moet eerst vernietiging voorafgaan. Die daad van destructie vertoont altijd sporen van rancune. ‘De meerderheid van mensen op de wereld deugt niet en maakt er een potje van, maar wij, de minderheid van uitverkorenen, wij weten dat daar spoedig en radicaal verandering in zal komen. Nu worden wij nog geminacht of genegeerd, maar onze wraak zal zoet zijn. Wee u, Babylon. Wee u, grote en machtige stad, over enkele uren is het oordeel over u voltrokken!’ Rancune, ressentiment, wrok. Dit soort van primitieve motieven ligt mede ten grondslag aan alle Messiaanse verwachtingen en eschatologische openbaarmakingen.

Morgen zal onze vriend, de zon, zijn gouden kruin weer achter de horizon in het oosten naar boven duwen. Oude metaforen persisteren. Zij blijven in zwang. Mensen zijn ezels die zich voortdurend aan dezelfde steen stoten. Wat doen de verkondigers van het einde der tijden morgen, wanneer zij de ogen openen en de voorspelling niet blijkt te zijn uitgekomen? Wat doen zulke mensen morgen? Hoe kijken die zichzelf en elkaar aan? Die onnozele halzen die dermate aan achterlijkheid onderworpen zijn dat ze niet eens het hemd zien waarin ze staan? Die lieden die te dwaas zijn om definitief tot inkeer te komen? Wat moeten dergelijke tragische naïevelingen morgen?

Het ergste valt te vrezen.

© 2011 Leo van der Sterren

Geen opmerkingen:

Een reactie posten