dinsdag 2 februari 2010

Het anker

Bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer in 1998 heb ik voor de eerste keer niet op de PvdA gestemd. Ik vertrouwde Wim Kok niet. Ik vond dat de toenmalige premier en leider van het zogenaamde Paarse kabinet zich niet als een sociaaldemocraat opstelde en het socialistische erfgoed op een navrante manier verkwanselde. Zo sterk als Wim Kok in het openbaar overkwam, zo zwak toonde hij zich als hoeder van de socialistische beginselen.

Als commissaris bij de ING-bank accordeerde Kok, die in zijn hoedanigheid van minister-president van Nederland bankiers als ‘ordinaire zakkenvullers’ en hun salarissen als voorbeelden van ‘exhibitionistische zelfverrijking’ had gekwalificeerd, de exorbitante salarisverhogingen die bestuurders van de ING-bank halverwege het eerste decennium van deze eeuw ten deel vielen.

Vorige week moest Wim Kok zich verantwoorden voor de Kamercommissie De Wit die de oorzaken van de kredietcrisis onderzoekt. Nou ja, verantwoorden is een groot woord. Hem werd het vuur bepaald niet aan de schenen gelegd. Het motief om de salarissen van de leden van de ING-top te verhogen, zo voerde Kok aan, bestond daaruit dat er in Nederland een achterstand in beloningen bestond die koste wat kost ingehaald moest worden omdat de bancaire talenten en genieën anders naar het buitenland zouden verkassen. En daarvoor moesten zijn persoonlijke normen wijken. Een duivels dilemma, maar het was nu eenmaal niet anders.

Hoe kritisch ik ook stond ten opzichte van Kok, ook ik geloofde dat destijds, toen de hemel niet hoog genoeg was voor wat er zich op economisch gebied voordeed. Ook ik heb dat argument onderschreven. Hoe naïef kun je in de wereld staan! Hoe dom kun je zijn!

Terwijl het achteraf gezien zo simpel is! Had die bende van bankierende hotemetoten maar naar het buitenland laten vertrekken! Het feit dat iemand als een genie of een toptalent te boek staat, garandeert niet dat hij (het gaat bijna zonder uitzondering om mannen) het ook goed doet. En het feit dat iemand ergens voor heeft doorgeleerd, waarborgt niet dat iemand zich moreel onberispelijk gedraagt.

Maar de eerste de beste man uit de straat had het beter gedaan dan al die duurbetaalde bollebozen en uitblinkers die zich ontpopten tot gokverslaafde profiteurs. Er zijn dus gigantische beloningen verstrekt aan onverantwoordelijke prutsers en Wichtigtuer die een enorme puinhoop hebben veroorzaakt waaronder de totale wereldeconomie intussen te lijden heeft (en nog steeds lijdt, want we zijn er nog niet). Nogmaals: had ze toch laten verkassen! Niemand zou ze gemist hebben – dat kan met de wetenschap van vandaag wel worden gesteld. En ik had best hun plaats willen innemen – voor een fractie van de meer dan riante beloningen waarmee deze oplichters hun zakken hebben gevuld. Ik had het zeker niet slechter gedaan. Een ieder met de juiste combinatie van gezond verstand en fatsoen – het betreft het beheer van het geld van anderen! – zou het beter hebben gedaan.

Wim Kok heeft zich als commissaris bij de ING-bank exact dezelfde houding aangemeten als gedurende zijn premierschap, en dat in beide gevallen schaamteloos en zonder daar naderhand spijt of inkeer over te hebben. Hij heeft zijn persoonlijke normen terzijde geschoven. Maar daar gaat het nou juist om als je in een bepaald principe verankerd wilt zitten. Dat je het anker niet ophaalt. Dat je blijft liggen waar je ligt. Dat je trouw blijft aan je persoonlijke normen en dat je die normen in de praktijk wilt toepassen. Wim Kok daarentegen heeft een orthodox opportunisme als leidraad gehanteerd – principieel.

Na de hoorzitting maakte de oud-premier zich schielijk en commentaarloos uit de voeten.

© 2010 Leo van der Sterren

Geen opmerkingen:

Een reactie posten