vrijdag 18 april 2014

De eerste regel 2

De surrealisten geloofden dat zij gedichten konden schrijven die uit louter eerste regels bestonden. Zij meenden dat zij de mijnen van het onderbewustzijn konden aanboren om die eerste regels in te kunnen delven. Een mijnwerker weet waar hij zijn steenkolen vandaan heeft gehaald. Maar hoe kan een mens nu weten wat hij heeft aangeboord als hij gedachten of gevoelens naar de oppervlakte van zijn bewustzijn heeft getransfereerd?

Écriture automatique. Hoe automatisch ook, deze stijl van schrijven bevat, als elke vorm van schrijven, een element van geforceerdheid waarbij niet aan te duiden valt waar het automatisme ophoudt en de geforceerdheid begint. Een purist zou kunnen stellen dat deze vorm van schrijven dus niet aan de eis voldoet die eraan ten grondslag ligt, namelijk dat een product van authenticiteit het resultaat ervan zou moeten zijn. Maar wat is authentiek? En wat is ‘authentiek’? Hoe weet iemand dat een gedachte of een gevoel authentiek uit het onderbewustzijn komt of uit het authentieke bewustzijn of dat hij het juist ter plekke verdicht heeft? Bestaat er zoiets als een authentiek onderbewustzijn? Nee. Nee. Nee. Het onderbewustzijn an sich is al problematisch omdat het niet te scheiden is van dat geheel van lijf en geest dat een menselijk wezen constitueert en het dus niet als een zelfstandig fenomeen aan te wijzen is – laat staan dat de authenticiteit van een onderbewustzijn te detecteren is. Hoe kan de psychoanalyticus vaststellen waar het zelfstandige, manipuleerbare, beïnvloedbare individu dat hij aan een analyse onderwerpt, de kelder van het onderbewustzijn heeft verlaten en zich op het veelkleurige en stralende gladde ijs van fantasie en verzinsel begeeft? Maar zijn fantasie en verzinsel niet ook uitingen van de mens als holistisch wezen? Is het strikte onderscheid tussen bewustzijn en onderbewustzijn niet net zo gekunsteld, bedrieglijk en onzinnig als dat tussen lichaam en geest of verstand en gevoel?

De surrealisten lieten zich gek maken door het idee (idée fixe) dat het onderbewustzijn de plek was waar de mens onwetend en onwillend zijn extreemste dingen op voorraad hield. En dat die extreemste dingen ook meteen de meest interessante dingen vertegenwoordigden – zo interessant dat het de moeite loonde om hele volksstammen er ongebreideld van in kennis te stellen. Terwijl het onderbewustzijn gewoon een soort negatieve afspiegeling zal zijn van wat een mens ervaart en hoe hij zich in zijn normale dagelijkse leven gedraagt en hoe hij denkt en voelt. Dat alles vegeteert dan in een soort genetisch bepaalde voedingsbodem. Het ene groeit het andere niet of niet meteen. In het onderbewustzijn van een mens met een levendige gedachten- en gevoelswereld zal veel activiteit plaatsvinden. Het onderbewustzijn van een saaie mens zal saai zijn. Alles is organisch, alles is organisme.

© 2014 Leo van der Sterren

Geen opmerkingen:

Een reactie posten