zaterdag 22 maart 2014

Het rariteitenkabinet van de Nederlandse gemeenteraadsverkiezingen



Het zal wellicht enigszins merkwaardig overkomen om drie etmalen na de dag van de gemeenteraadsverkiezingen nog aandacht te besteden aan enkele, in dit geval bijrolspelers van dat wereldschokkende evenement. Afgezien van de berichtgeving over de uitslag en de consequenties van die uitslag en afgezien van de naweeën van de overwinningstoespraak van de Dwaas uit Venlo die even onterecht was als voor een oneigenlijk doel aangewend, loost de nieuwsgaring het onderwerp ‘verkiezingsdag’ in het algemeen onmiddellijk na het verstrijken van het middernachtelijke uur dat het einde van die dag inluidt, laat staan dat er nog aandacht wordt besteed aan kandidaten die vooraf geen enkele kans maakten om een zetel in de gemeenteraad te winnen en die intussen allang weer verzonken zijn in de drijfzanden van de anonimiteit.

De verkiezing van de gemeenteraden in Nederland draagt de allure van een belangrijke en serieuze aangelegenheid zoals een koning zijn hermelijn draagt – of zou dat moeten doen. De partijen die participeren stralen over het algemeen ernst, betrouwbaarheid en de wil tot het doen van goede politieke daden uit. Natuurlijk zitten er wat rotte appels in de mand – individuen die andere oogmerken hebben dan ervoor zorgen dat een lokale overheid goed voor zijn burgers zorgt en dat gemeentezaken geolied verlopen. Sujetten met egoïstische motieven in plaats van altruïstische. Soms zelfs schaamteloze boeven die slechts beogen zichzelf en de hunnen te verrijken. Halve criminelen die roer en mond aanwenden om er beter van te worden. Maar het gros van de lokale politici, ook zij die lid zijn van politieke organisaties die niet landelijk overkoepeld worden, houdt zich aan de wetten en regels die in Nederland gelden en geeft acht op de normen en waarden die het maatschappelijke leven schragen. Over het algemeen worden de politieke kaders in Nederland door keurige burgers bemand.

Maar er kleeft ook een ludiek, soms bijkans carnavalesk aspect aan de verkiezingen van de gemeenteraden in Nederland. In het bijzonder de uitsluitend locale politieke partijen die het zonder Haagse moeder moeten stellen, neigen soms naar speelsheid en leut. En ook afgelopen woensdag deden er allerlei bizarre partijtjes mee, in veel gevallen gedragen door niet meer dan één persoon. Wat te denken van groeperingen als het Perengenootschap, 8euri, We Doen Wat We Zeggen, Werknemers Belang, OOG, Ideaalburg, Blanco Lijst, BuitenGewoon Leefbaar, enzovoort, enzovoort.

Eén van de partijen die voorafgaand aan de verkiezingen een vreemde indruk wekte op mij, was de partij Jezus Leeft van dakreclamedekker Joop van Ooijen uit Giessenlanden. Het actualiteitenprogramma van de EO ‘Dit is de dag’ deed verslag van de besognes van deze politieke club die in acht, her en der door Nederland verspreide gemeenten zou deelnemen aan de verkiezingen. Hoe de partij ook haar best doet om de kiezer anders te doen geloven, Jezus Leeft is een typische singe-issue- of belangenpartij die bovendien politiek bedrijft op basis van oneigenlijke motieven. Het komt er in het kort op neer dat de politiek als vehikel voor de bekering van ongelovigen dient. Evangelisatie, dat is het wat Jezus Leeft drijft en beoogt.

De blik in de keuken van de partij die ‘Dit is de dag’ gunde, openbaart een fractie van de dagelijkse praktijk ervan en als zo vaak bij dit soort gezelschappen brengt datgene wat deze mensen allemaal uitspoken een bepaalde gêne teweeg. De onvoorwaardelijke, maar daarom niet minder geforceerd overkomende gristelijke euforie die uit dergelijke lieden emaneert, embleem van de wetenschap in de genade van de heer te zijn en van een toekomstige verlossing, maakt zelfs onpasselijk. Mogen mensen dan niet blij zijn? Jawel, natuurlijk wel. Maar niet deze blijheid tegen elke prijs. Niet dit verplichte, gemaakte gejubel. Die gristelijke levenslust met als uitdrukking de verheerlijkte en verheerlijkende lach doet walgen. Maar goed, het romantische idealisme spat ervan af, van de mannen van stavast (het waren bijna uitsluitend mannen). Is dit nu die veelgeroemde Hollandse nuchterheid? Staat überhaupt de onvoorwaardelijkheid en compromisloosheid van de calvinistische (en de Lutherse en de paapse en de islamitische) geloofskramerij niet haaks op die bijna legendarische laaglandse zakelijkheid?

Help de mythe maar om zeep. De Hollandse nuchterheid bestaat niet. Nederland is een land van jankers en zanikers, het televisiescherm loopt er elke dag van over, de lieden die zonder enig gevoel van maat pontificaal hun hele emotionele hebben en houden aan de goegemeente prijsgeven. Flats, daar gaat de drab! Die hele klef ogende gevoelspap vol dikke klonters. Dreinende exhibitionisten, dat zijn het, zwelgend in hun eigen, naar putlucht stinkende groengele snot. Gedweeë kuddedieren die slaafs en ongegeneerd boeren latend en pissend achter de rattenvangers aanhuppelen.

Alle idealisme ten spijt, Jezus Leeft, genootschap van de redders, heeft het niet gered. In geen enkele van de acht gemeenten waar de partij meedeed, wist de partij tot in het beloofde gemeenteraadsland door te dringen. Arm Nederland moet het doen zonder de inspirerende glossolalie van de gristelijke minnebroeders. Halleluja!

O ja, de overwinningstoespraak van de Zot uit Venlo op basis van geen overwinning mist zijn uitwerking niet. De zak lucht loopt langzaam leeg!

© 2014 Leo van der Sterren

Geen opmerkingen:

Een reactie posten