maandag 12 oktober 2009

Ayaan verjaagd

Ayaan, dochter van Hirsi,

de zoon van Mogan,

zoon van Oosse,

zoon van Guleid, enzovoort,

uit het geslacht van Osman

van de oervader Darod.

Ik ging uit mijn Somalië vandaan

en ben naar Nederland gegaan.

Mijn naam – ik noem mijzelf Ayaan

en plak daar nog wat namen aan.


Cheruba, zoon van Drog,

zoon van Bran,

zoon van Ismael.

De stam van de Karo.


Tirza, dochter van Chaam,

zoon van Mosse,

zoon van Tekenat.

De stam van de Tenasse.


Jeberti, zoon van Krim,

zoon van Seth,

zoon van Alemseghed.

De stam van de Sidama.


Ayaan, de dochter van Hirsi,

uit de vermaledijde wijdheid

van Somalië verjaagd,

ben heden uit de aartsbenepen smalte van

het lage land ook weggesmoord

en zonnestralen werden rode tranen

terwijl de maan verbolgen snotterde

en mannen zetten maskers op van ernst

op kernen van een altruïstische lubriciteit

en allerwegen klonken de vermaningen

dat goden zich niet lieten lijmen

met leugens en de vrouwen lachten in

hun vuisten want de schone uit Somalië

verkaste veilig naar verenigd statenland

ver over zeeën, oceanen met perverse

zeedieren, en de kansels bleven leeg die dag

en zeven keren zeven dagen

verdronk de lucht in tranenvocht van zon en maan,

en hore wie het horen wil

het janken van de geile mannenbroeders.


© 2009 Leo van der Sterren

Geen opmerkingen:

Een reactie posten