maandag 4 februari 2013

De banken

De banken, de banken. Vorige week voegde SNS Reaal een vervolg toe aan het intens dramatische feuilleton over de bankensector, een serie die maar geen einde lijkt te willen nemen. Indien een schrijver van fictie (laat staan van niet-fictie) vóór 2008 een boek zou hebben uitgegeven met daarin een weergave van de gebeurtenissen van na 2008, zou dat werk door recensenten en lezers als onrealistisch zijn weggezet. Maar datgene wat als fictie niet gedeugd zou hebben, is intussen realiteit geworden. En die werkelijkheid heeft ons, brave burgers van Nederland, zo murw gebeukt dat we dingen die abnormaal zijn, bijna normaal zijn gaan vinden. Maar het gedrag dat bankiers de laatste jaren geëtaleerd hebben, is niet normaal, verre van zelfs. En het is ook niet normaal dat de overheid en andere instanties ogenschijnlijk machteloos staan om de wheeling and dealing van de financiële instituten van dit land in goede banen te leiden. Vooralsnog laten deze bolwerken van arrogantie, onmaatschappelijkheid en immoraliteit zich echter niet slechten.

De Nederlandse staat heeft de SNS Reaal-bank dus noodgedwongen, maar uit arren moede in moeten palmen. De inzet van dat ultieme redmiddel heeft de premier van onze mooie natie ‘verschrikkelijke hoofdpijn’ bezorgd omdat de staat het geld dat met die actie gemoeid ging, bijna vier miljard euro, dringend voor andere doeleinden nodig had. Nederland zit immers tot over zijn oren in de bezuinigingen. Nu dreigen er nieuwe kostenbesparingsoperaties om deze onverwachte tegenvaller op te vangen. De Nederlandse burgers betalen het SNS Reaal-gelag. Ach en wee!

Intussen beoordeelt de minister-president het gedoe rondom het salaris van ruim vijf ton voor de nieuwe SNS Reaal-bestuurder Van Olphen als een ‘idiote discussie’. Rutte acht die vergoeding niet te hoog. ‘Ik kan proberen iemand te vinden die het wil doen voor een ton, maar het risico is dan echt te groot dat we dan niet de juiste persoon vinden,’ zo argumenteert hij. En vermanend voegt hij er aan toe: ‘Als je niet bereid bent dit soort bedragen te betalen, krijg je er niet de goede mensen voor. Je moet uiteindelijk marktconform betalen.’

Nog afgezien van het feit dat Van Olphen in zijn nieuwe functie in dienst van de overheid is getreden en diens ambtenarensalaris dus onder de Balkenende-norm zou dienen te blijven, deugt er nog meer niet aan datgene wat Rutte, die de laatste weken niet in zijn beste doen is, in zijn tegenzin om de salarisdiscussie te voeren, niet zonder irritatie te berde bracht om die onverantwoord hoge inkomen van Van Olphen goed te praten.

Rutte suggereert dat als je iemand maar genoeg betaalt, kwaliteit gegarandeerd is. De ervaring zou hem intussen anders geleerd moeten hebben.

Het punt is namelijk dat die vorstelijk bezoldigde bankiers (net als andere grootverdieners in andere sectoren) de voorbije jaren absoluut broddelwerk geleverd hebben, zelfs zodanig dat zij de banken waaraan zij leiding gaven, naar de rand van de afgrond hebben geloodst (zoals ook de bestuurders in andere maatschappelijke sectoren hun instanties en ondernemingen in de gevarenzone hebben gebracht). Op grond van die wanprestaties verdienden de bancaire hotemetoten de vergoedingen die ze daadwerkelijk gekregen hebben, dus niet. Slecht werk, dan slecht gebeurd. De eerste de beste klaploper had er geen grotere puinhoop van kunnen maken, zo lijkt het. Marktconformiteit, ammehoela!

Twee redenen dus om aan Van Olphen geen bijna zes ton uit te keren: de Balkenende-norm en de, op grond van de recente performance-indicatoren teruggeschroefde norm van de markt.

In Nederland hebben we allemaal boter op ons hoofd. Op zijn eigen niveau en binnen zijn mogelijkheden (die beperkt waren, maar waarvan de grenzen wel degelijk werden opgezocht) heeft zelfs de braafste burger zich schuldig gemaakt aan graaien. Wij, de kleingraaiers, moeten daar nu voor boeten. Wij betalen daar nu letterlijk de prijs voor. Wij worden gestraft en in die straf zit, zo zou je kunnen zeggen, een element van rechtvaardigheid. Hadden we maar niet moeten graaien. De grootgraaiers daarentegen blijven te vaak nog buiten schot en komen met de schrik vrij. Maar dat laatste misschien zelfs niet eens – wie weet.

© 2013 Leo van der Sterren

Geen opmerkingen:

Een reactie posten