Rockconcerten zijn tegenwoordig tot in de puntjes verzorgde, strak geregisseerde evenementen. Geen ruimte voor opwellingen. Het impulsieve – eens het kenmerk van rockevenementen, soms in eindeloze improvisaties uitmondend en met soms verbazingwekkende gastoptredens – is verworden tot een obligate, ingestudeerde pseudo-spontaniteit zoals de afzakkende broek van Mick Jagger (‘You don’t want my trousers to go down, now do ya?’) of de ‘Build a house of love’-sermoen van Bruce Springsteen in het jaar des heren dat hij zowel Pinkpop als Glastonbury aandeed. Of Peter Gabriel in de goede dagen van Genesis die twee willekeurig gespeelde bastonen tussen twee nummers wist opwaarderen tot een heuse basgitaarsolo met de laconieke opmerking ‘that was an unaccompanied bass battle solo by Michael Rutherford.’
Spontaan schoot hij in de lach. Even leek hij van zijn a propos gebracht. ‘Goed,’ mompelde hij vervolgens enigszins beschroomd en met vervormd stemgeluid, als antwoord op die vraag die hem zojuist met een gil vanuit het publiek gesteld was. Het ging goed met Katy Perry. ‘How thoughtful,’ voegde hij eraan toe, nog steeds een beetje verbouwereerd. In dit moment viel John Mayer even uit zijn rol van coole, maar ook vlotte, goed gebekte jongen van zowel de straat als van het theater. Even ontglipten de touwtjes hem, hij die streeft naar perfectie zoals artiesten van zijn kaliber altijd doen en altijd moeten doen.
Er was nog een moment dat het niet ging zoals Mayer gepland had en dat had alles met dat streven naar die voornoemde perfectie te maken. Na een stuk of vijf, zes nummers laste Mayer onverwacht een pauze in omdat er klaarblijkelijk iets mis was met het geluid van zijn gitaren. Hij verontschuldigde zich. Dit reizende circus hing van kabels aan elkaar, die gingen er daar in en kwamen er hier weer uit en soms zat zo’n kabel gewoon niet goed. Ze gingen het euvel verhelpen en dan zouden ze de verloren speeltijd later inhalen. Hij beloofde het!
Desondanks wist John Mayer, toen hij verder ging, zijn performance niet tot volmaaktheid op te stuwen. Er bleven een paar kleine feilen aan kleven. Zo stond het volume soms te hard, hetgeen afbreuk deed aan de helderheid en waardoor het geluid in bepaalde passages een aanslag pleegde op de trommelvliezen. En op de momenten dat Mayer zich aan coloraturen gaat wagen, mist zijn stem zuiverheid en toonvastheid. Ten slotte heeft hij soms de neiging to show off. Het moment dat hij twee gitaren om zijn schouder heeft hangen en hij de gitaar die op zijn rug hangt ook op die positie bespeelt, dus achter zijn rug, het is knap, maar onnodig. Dear John, we weten al lang dat je goed bent.
Maar dat zijn slechts een paar details. Verder gaf John Mayer gisteren in de Heineken Music Hall het beste wat hij te bieden had, al bleef de keuze ook voor hem moeilijk, zo gaf hij toe. Hij zou het liefste alle nummers van zijn platen willen spelen. Maar Mayer is sowieso een eclecticus die vrijelijk bloemen, planten, kruiden en onkruiden plukt uit de grote tuin van de Amerikaanse (en, maar in mindere mate, Engelse) rockmuziek. Hij droeg een Rory Gallagher-kloffie. Het gitaargeluid dat hij – als ware Fender-man en virtuoos – uit zijn Stratocaster wist te halen, is identiek met dat van idolen als Jimi Hendrix of Robin Trower. ‘Queen of California’ zou zomaar door de Allman Brothers in hun glorietijd geschreven en gespeeld kunnen zijn. Wat nog meer? Grateful Dead, Jackson Browne, Tom Petty, Jeff Buckley.
Door zijn complete oeuvre stuiterend, werkte Mayer stap voor stap naar het hoogtepunt van zijn show toe. ‘Half of my heart’, ‘Belief’, ‘Slow dancing in a burning room’, ‘Neon’, ‘Heartbreak warfare’. En toen kwam het slotgedeelte. ‘I will be found (Lost at sea)’ was prachtig. Het tegen het slome aanleunende country-achtige ‘Dear Marie’ kreeg plotsklaps een daverend slot – veel indrukwekkender dan de studio-opname. Het laatste nummer was een schitterende uitvoering van ‘Queen of California’, waarna Mayer als toegift het publiek op een overweldigende vertolking van ‘Gravity’ vergastte, inclusief de mishandeling van zijn gitaar. De verloren tijd was ingehaald, kwantitatief en kwalitatief. John Mayer rocked the hall.
© 2013 Leo van der Sterren
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten