In veel gevallen bepaalt de commercie wat wij, argeloze consumenten, nodig hebben. De commercie creëert de behoeften waaraan wij moeten toegeven. De commercie doet dat om geld te verdienen. Onnadenkend en ruggengraatloos als wij zijn, gaan wij daar graag in mee, vaak zonder het ons bewust te zijn. We zijn de commercie dus graag van dienst en laten ons opzadelen met dingen die we soms wel en soms ook niet nodig hebben. Een voorbeeld: in de eerste helft van de twintigste eeuw werd de televisie niet gemist, maar voor eenentwintigste-eeuwers is een bestaan zonder televisie ondenkbaar.
Nagenoeg iedereen in de westerse samenlevingen beschikt intussen over een personal computer – de volgende stap behelst dat iedereen ook een notebook moet hebben. Want ons is het idee opgedrongen dat wij vierentwintig uur per dag met de wereld in verbinding dienen te staan. En misschien is dat ook wel zo. Misschien moeten we dat ook. Ik steek mijn hand graag in eigen boezem. Tien jaar geleden had ik geen internet en miste ik het niet. Maar enige tijd geleden kon ik een middag lang niet over internet beschikken en constateerde ik bij mezelf heuse ontwenningsverschijnselen. Ik kan dus niet anders dan toegeven dat ik niet meer zonder internet kan. Erg maar waar. En de tijd nadert dat niemand zich nog op straat zal wagen zonder een instrument waarin alle functionaliteiten van mobiele telefoon, navigatiesysteem en personal computer geïntegreerd zijn.
Een ander nieuw speeltje dat de consument door de strot zal worden geduwd, is het elektronische boek. De komst van het elektronische boek zal ten koste gaan van het papieren boek. Is dat erg? Weet ik niet. Vind ik dat erg? Ja. De redenen waarom ik dat erg vind, zijn emotioneel bepaald. Wanneer door gevoelens teweeg gebrachte argumenten commercieel uitgemolken zouden kunnen worden, dan zou de commercie er wel raad mee weten. In het geval van het elektronische boek maken die motieven geen schijn van kans. De argumenten om over te gaan tot een digitale beleving van inhouden die momenteel nog op papier staan, snijden daarentegen wel degelijk hout. Het elektronische boek is in alle opzichten milieu- en gebruiksvriendelijker dan de bomen verslindende pendant.
Op het gevaar af voor een behoudend, ouderwets anachronisme versleten te worden, ga ik het behoud van het papieren boek hier toch rechtvaardigen. Elk ongeopend boek biedt in potentie een geestelijk avontuur dat door een elektronisch boek net zo goed kan worden overgebracht als door een boek in een papieren versie. Dat een boek soms niet levert wat de lezer ervan verwacht, het zij zo. Maar hoeveel exemplaren er van een boek ook gedrukt zijn, een papieren boek met zijn specifieke omslag en opmaak is als een individu waarmee de lezer een band kan opbouwen. Wanneer je aan een bepaald boek denkt, dan moet je naar een prachtige wand van boeken kunnen lopen en dat boek in de hand kunnen nemen. Je moet ernaar kunnen kijken, eraan snuffelen en erin bladeren. Je moet, als je dat wilt, passages kunnen markeren of er aantekeningen in kunnen maken. Ik heb, kortom, boeken omdat ik van boeken houd. Waarom houden mensen van schilderijen en planten en hebbedingetjes? Waarom houden mensen van elkaar?
Eén argument dat pleit voor het papieren boek, is niet door gevoel ingegeven. Het papieren boek bezit een autoriteit die mede te maken heeft met de fabricage en distributie van boeken, hetgeen een complex proces vertegenwoordigt. Het is nog maar de vraag of het elektronische boek eenzelfde status als gezaghebbende bron zal krijgen want kopieergedrag en piraterij werken wellicht verminking in de hand.
Eén argument dat pleit voor het papieren boek, is niet door gevoel ingegeven. Het papieren boek bezit een autoriteit die mede te maken heeft met de fabricage en distributie van boeken, hetgeen een complex proces vertegenwoordigt. Het is nog maar de vraag of het elektronische boek eenzelfde status als gezaghebbende bron zal krijgen want kopieergedrag en piraterij werken wellicht verminking in de hand.
Voor mij persoonlijk vertoont datgene wat te gebeuren staat, alle kenmerken van een doemscenario. En toch zal de ontwikkeling niet te stuiten zijn. Het traditionele boek zal op termijn verdwijnen en in het kielzog daarvan de boekhandel en het bibliotheekwezen, althans in de huidige vorm. Alleen de universiteiten – reservaten van preservering – zullen nog een papieren collectie handhaven. Zowel het schrijversgilde als de boekenindustrie zal zich moeten beraden en voorbereiden op deze toedracht want de verdwijning van het traditionele boek zal de geijkte processen van boekproductie en –distributie met zich mee sleuren. Bovendien zullen er bedreigingen opdoemen die analogie vertonen met het onheil waaraan andere media momenteel bloot staan, maar die desondanks niet voorspelbaar zullen zijn.
© 2009 Leo van der Sterren
© 2009 Leo van der Sterren
Geen opmerkingen:
Een reactie posten