Een fabel. Een zoöloog slaat alarm omdat de wereldpopulatie van de Priapusapen wegens ontbossing drastisch slinkt. Hij schat in dat over tien jaar geen enkele Priapusaap deze aarde nog bevolken zal. Maar hoe kan de mens de Priapusaap helpen? Deze apensoort komt immers in oerwouden voor die over de hele wereld verspreid liggen. Hulpverleners kunnen zich dus niet op één, twee of drie gebieden concentreren. En zoals zo vaak geschiedt in dergelijke gevallen: geldgebrek verlamt. En er gebeurt dus niets.
Tien jaar later. De alerte zoöloog trekt opnieuw aan de bel. Hij vermoedt dat er op de hele wereld nog maar tien Priapusapen voorkomen. Die tien stuks moeten gevonden worden. De zoöloog weet sponsoren te vinden en trommelt een groot aantal hulpverleners op om de apen over de hele wereld te zoeken. Een project dat miljoenen kost. Bovendien vindt er een aardbeving plaats in Engeland die heel London verwoest. Naar de oorzaak van die aardbeving zal de mensheid tot in lengte van dagen blijven gissen, maar ik ken de oorzaak: het kwam omdat Darwin zich in zijn graf in Westminster Abbey omdraaide.
Intussen vinden de apenzoekers uiteindelijk vijf Priapusapen die bij gebrek aan beter in dierentuinen worden ondergebracht. In het wild wordt er daarna geen Priapusaap meer gedetecteerd. De wetenschap trekt de slotsom dat de biologische soort is uitgestorven.
De CD- en DVD-industrie is als een bedreigde diersoort. Deze branche van de economie verkeert al jaren in zwaar weer, met in het kielzog daarvan de videotheken. Het verval van de sector wordt teweeg gebracht door het verschijnsel downloaden. Ook andere takken van de maatschappelijke boom dreigen af te breken. Zo heeft de krantensector grote moeite om het hoofd boven water te houden. De overheid heeft daarom een onderzoek in laten stellen naar de problemen waar de krantensector mee kampt. Nu kun je de vraag stellen wat de overheid te maken heeft met het reilen en zeilen van commerciële ondernemingen zoals de uitgeverijen van kranten. Waar blijft het principe van de vrije marktwerking dat de samenleving vanaf de jaren tachtig systematisch door de strot is geduwd als het tovermiddel op economisch gebied? Maar de overheid, pappend en nat houdend en dialectisch sterk, zal argumenteren dat kranten maatschappelijk te relevant zijn om te laten verdwijnen. En ook al hebben deze onderzoekingen twee nadelen namelijk dat ze peperduur zijn en dat ze bovendien altijd in de prullenmand verdwijnen zonder dat er verder iets mee gedaan wordt, het onderzoek komt er.
Het onderzoek is er dus gekomen. Maar dan de voorzitter van de commissie. Eelco Brinkman heeft zowel in zijn hoedanigheid van voorzitter van Bouwend Nederland als in zijn functie van voorzitter van het ABP heel veel boter op zijn hoofd. En die boter is bovendien flink bedorven. Brinkman behoort wat mij betreft tot de categorie ‘hotemetoten die hun gezag verloren hebben’. Noud Wellink heb ik eveneens op die hoop geschaard. Een president van de Nederlandse Bank die zich midden in een financiële en economische crisis die zijn weerga niet kent, in onverschilligheid hult, deugt niet. Zelfs al zou het alleen maar pose zijn, dan nog. Maar het is niet slechts pose. Wellink belichaamt de arrogantie in het land van geld. Een man in zo’ n positie die, terwijl talloze brave burgers hun zuurverdiende of zuurgeleende centen verliezen, zich een lacherige houding meent te kunnen aanmeten, is een schande voor de natie. De hoorzitting in de Tweede Kamer vormde het hoogtepunt van die schertsvertoning.
Ook het overgrote deel van de bankdirecteuren heb ik in de categorie ‘hdhgvh’ geveegd. Ik snap tenminste niet dat banken voor directeuren nog de bedragen willen neerleggen die in het recente verleden betaald werden aan de koekenbakkers die de mensheid met de huidige gebakken peren hebben opgezadeld. De laatste generatie bankbestuurders heeft totaal niets bestuurd; integendeel, ze hebben het zelfs klaargespeeld om de wereldeconomie naar de rand van de afgrond te dringen. Elk willekeurig individu had het niet slechter gedaan – wellicht zelfs beter. En zo’n willekeurig individu had in elk geval minder geld gekost dan die bancaire klaplopers.
Maar goed, de commissie Brinkman heeft de krantensector onder de loep genomen en geconstateerd dat het in Nederland bedroevend gesteld is met die branche. De toestand joeg de leden van de commissie zelfs de stuipen op het lijf. Men heeft zich echter niet uit het veld laten slaan en een heel pakket aan oplossingen aangedragen, de zogenaamde aanbevelingen die zo’n rapport standaard bevat – en die standaard nimmer worden uitgevoerd. Een van de ideeën van de commissie houdt in dat de overheid een heffing op alle internetabonnementen in Nederland moet invoeren waarmee innovatieve initiatieven in de krantenwereld moeten worden bekostigd. Nieuws is immers niet voor niets, zo argumenteert Brinkman, en de huidige gratis nieuwsvoorziening, bijvoorbeeld op internet, bestaat bij de gratie van de traditionele nieuwsgaring. Dat kan wel zo zijn, meneer Brinkman, maar de tendens valt niet te keren. Er vinden ontwikkelingen plaats die met veel ach en wee gepaard gaan. Maar dat roept die processen geen halt toe. En als de kranten of zelfs de journalistiek en daarmee de mensheid de dupe van die ontwikkeling worden, dan hebben de kranten en de journalistiek en de mensheid pech, zo simpel ligt het.
Net als in de natuur zal ook in de cultuur het onvermijdelijke uiteindelijk plaatsvinden. Het onvermijdelijke doet zich onvermijdelijk voor omdat het onvermijdelijk is. De Priapusaap was ten dode opgeschreven omdat het toeval wilde dat de schier oneindig wijze mens in zijn ontwikkelingsgang de oerwouden nodig meende te hebben voor andere doeleinden dan de in wezen zinloze oogmerken van de natuur, namelijk de onderbrenging van een bepaalde flora en fauna in een bepaald gebied. Daarmee had de Priapusaap geen recht van bestaan meer. Het is allemaal Darwin.
© 2009 Leo van der Sterren
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten