zaterdag 15 februari 2014

Nada’s hoorn van Cornucopia 5: intermezzo 2

Het woord ‘larrikin’.

Het woord ‘larrikin’ komt niet voor in de Woordenlijst der Nederlandse Taal, en evenmin in het Groot Woordenboek van de Nederlandse Taal. Het woord ‘larrikin’ kan een toespeling zijn op de Amerikaanse televisiepersoonlijkheid (en daarmee automatisch een acteur) Larry King. Druktemaker en spraakwaterval. Handelsmerk: zijn bretels.

Maar het woord doet ook denken aan ‘Larkin’, als de achternaam van de Engelse dichter en mopperpot Philip Larkin, bekend van gedichten als ‘The Whitsun weddings’ en ‘High windows’.

Het woord ‘larrikin’ komt uit het Angelsaksische taalgebied. Als zodanig is het een vreemde eend in de bijt van ‘Dichters storten zich namens de mensen’. Andere woorden uit het Engelse taalgebied in het gedicht zijn ‘storyboard’ en ‘dealer’, maar die komen minder misplaatst over dan het, ook in Engelstalige gebieden, meer obscure en exotische ‘larrikin’.

In het dialect dat in Black Country, een gebied bij Birmingham in het Verenigd Koninkrijk, wordt gesproken, betekent ‘larrikin’ ‘tong’ en, vandaar, bij uitbreiding: een vrijmoedig persoon of een persoon die zegt waar het op staat. Iemand met een grote bek, dus.

In Australië werd het woord ‘larrikin’ intensief gebruikt tussen 1870 en 1910; daarna raakte het woord min of meer in de vergetelheid. Een ‘larrikin’ is een ‘currency lad’ of ‘currency lass’, de jongens en meisjes die de eerste generatie uitmaakten van kinderen van Europese (lees: Engelse) ouders die in Australië geboren zijn. Die ouders verbleven overigens meestal niet vrijwillig ‘down under’, zoals Robert Hughes in zijn epische ‘The fatal shore’ heeft beschreven. Australië, als Engelse kolonie, stond in de negentiende eeuw en het begin van de twintigste eeuw bekend als een oord om ongewenste elementen zoals criminelen en schorriemorrie naar te deporteren. Die gedroegen zich niet altijd als brave burgers, om het eufemistisch te stellen. ‘Larrikinism’ uitte zich in de volgende activiteiten van (groepen) jongelui: drinken, gokken, vechten, hoereren, herrie schoppen en godslasteren. ‘Larrikin’ wordt tegenwoordig niet zoveel meer gebruikt in Australië, maar heeft wel een meer positieve betekenis gekregen. Ondanks het feit dat ‘larrikinism’ de pendant vormde van het hedendaagse ‘hooliganism’ heeft, mede door beschrijvingen van ‘larrikism’ in de Australische literatuur, het gedrag van de ‘currency lads’ tegenwoordig meer dan vroeger de status van kwajongensachtige ondeugendheid die vergoelijkt wordt. De goede oude tijd, toen conflicten nog met de vuisten werden uitgevochten – en gelachen dat we hebben, dat soort praat.

Afgaande op die laatste connotatie schuurt de ‘larrikin’ qua betekenis dus tegen de harlekijn aan, zij het een harlekijn in een wat meer gewelddadige uitvoering. En dus noemt de dichter, nog afgezien van het feit dat beide woorden qua structuur en klant verwantschap vertonen, de ‘larrikin’ en de harlekijn in een adem – maar wel met een ongewoon lange spatiëring tussen de woorden: ‘larrikin harlekijn boeman’ (regel 8). Alsof hij ernaar moest zoeken.

© 2014 Leo van der Sterren

Geen opmerkingen:

Een reactie posten