‘Nephoorngeschal, diepzeebeeld./ “Zet je eigen storyboard om in echte video!”/ Geweldige acteur, je hebt alleen/ larrikin harlekijn boeman/ nog om zeep te helpen.’
De tweede strofe van het gedicht ‘Dichters storten zich namens de mensen’ van Tonnus Oosterhoff wordt gedragen door het motief van het maken van een videofilm die op zijn beurt weer gebaseerd is op een storyboard. De storyboard bestaat uit een verzameling uitgetekende shots van scènes uit een filmscript zoals de regisseur ze voor ogen heeft. Ze zijn bedoeld om de acteurs en de crew te helpen een beeld te krijgen van hoe de scène eruit moet komen te zien. Het hoorngeschal is dan ook niet echt, maar nep, want nog slechts getekend. En het woord ‘diepzeebeeld’ (de donkere wateren) zegt het al: het gaat niet om een werkelijke diepzee, maar om een geschetste afspiegeling van de werkelijkheid. Zijn de donkere wateren uit strofe één dan ook nep?
Associatie met de B- en C-films die in het kielzog van ‘Jaws’ de zee als onderwerp hadden en waarvan een heuse stortvloed de schermen van bioscopen en televisies lang tijd vervuilde.
Op de storyboard wordt ook een acteur geïntroduceerd. Wie is deze acteur? Speelt hij de dichter uit de eerste strofe die zich in donkere wateren stort? Of is hij die dichter? Is het Oosterhoff zelf? Of is de betiteling ‘acteur’ hier algemener bedoeld? Betreft het de dichters die zich steeds meer als acteurs gedragen, zeker die dichters die van voordragen een kunst maken? Straks worden deze zich tot acteurs ontpopt hebbende dichters nog filmsterren. Je kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen, met de verwezenlijking van de ambitie om van dichter via het acteurschap tot filmster te promoveren.
Shakespeare indachtig vertolken dichters slechts rollen zoals alle mensen dat in hun levens uiteindelijk doen. ‘All the world's a stage, / And all the men and women merely players: / They have their exits and their entrances; / And one man in his time plays many parts,’ schreef de Engelse bard in ‘As you like it’. Of klinkt het flauw om te suggereren dat alle mensen slechts rollen vertolken, dat niemand ooit echt zichzelf is? En doet ‘Engelse bard’ in dit geval niet ook wat goedkoop aan? ‘Engelse bard’ duidt op de mens die de pose van dichter aanneemt, die in een dichtershuid kruipt. De mens die als dichter acte de présence geeft.
Refereert Oosterhoff specifiek aan het dichtersgilde? Speelt de mens die dichter speelt zijn rol nadrukkelijker dan dat gewone mensen hun onderscheidenlijke rollen spelen? De dichter als toneelspeler. De dichter als entertainer. De dichter als nar. De dichter als mediapersoonlijkheid. En wie zijn het die de ‘geweldige acteur’ om zeep dient te brengen. Wat vertegenwoordigen die aarzelend uitgesproken woorden: ‘larrikin harlekijn boeman’? Zijn dat de tegenspelers in de videofilm? Zijn dat de concurrenten, de collega-dichters, of specifieker de mediagenieke mededichters? Boeman Gerrit Komrij? Druktemaker Bart Chabot? Harlekijn Jules Deelder? Ramsey Nasr die het echt doet – als professionele acteur?
Het dichterschap is een pose die een mens aanneemt. Een mens acteert dichterschap. Hij weet zichzelf boven zichzelf te verheffen en schaart zich bij de kleine elite die in het pantheon huist. Hij maakt zichzelf mooier dan hij is, maar ook sterker. De mens voert zijn sprong in de donkere wateren uit in zijn rol als dichter, niet als zichzelf. Als zichzelf zou hij ook falen zoals alle mensen falen.
© 2014 Leo van der Sterren
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten