maandag 1 januari 2018

De leeslijst van 2017

Grace McCleen, ‘Professor in de poëzie’. Amsterdam, Antwerpen, 2014. Ondanks het feit dat dit boek uit zijn voegen barst door het opgeklopte kunstproza en de clichés van Engelsheid, heb ik het uitgelezen. Maar het heeft moeite gekost.

Ad Fransen, ‘Leven met Reve. Het onmogelijke huwelijk van Gerard Reve en Hanny Michaelis’. Amsterdam, 2010.

Cynthia Winter, ‘Nietsdankussen’. Amsterdam, 2016. Mooie novelle.

Rana Kabbani, ‘Imperial fictions. Europe’s myths of the Orient’. London, 2008 [1986]. Citaat: ‘Orientalism has always rested on the arrogant assumption that the West knows more about the East than the East knows about itself.’

Ben Lerner, ‘Waarom we poëzie haten’. Amsterdam, Antwerpen, 2017. Ik haat poëzie niet.

Ian Kershaw, ‘De afdaling in de hel. Europa 1914 – 1949’. Houten, Antwerpen, 2015. Niet interessant en saai, dit boek. Kershaw herkauwt, en wat hij uitschijt is een flauwe, grijsgrauwe brij. Om de schoorsteen van te laten roken, maar zonde van het papier waarop dit, deze tekst is weergegeven.

Catherine Merridale, ‘Lenin in de trein. De reis naar de revolutie’. Amsterdam, 2016. Ja, mooi.

Helen Rappaport, ‘Midden in de revolutie. Petrograd 1917’. Houten, Antwerpen, 2016. Evan Mawdsley, ‘The Russian Civil War’

Jonathan D. Smele, ‘The “Russian” Civil Wars 1916 – 1926. Ten Years That Shook the World’. London, 2016 [2015]. Wat na lezing van dit en de vorige drie boeken verbazing wekt, is dat die Bolsjewieken überhaupt de macht konden grijpen en konden houden. Dat kan eigenlijk niemand beschrijven en uitleggen.

Martin Michael Driessen, ‘Rivieren’. Amsterdam, 2016. Prachtig boek.

Thomas Bernhard, ‘Op de boomgrens’. Utrecht, 2016. Mooie verhalen van een eigenzinnige Oostenrijkse schrijver.

Jonathan Littell, ‘De welwillenden’. Amsterdam, Antwerpen, 2008. Eindelijk gelezen en uiteindelijk verslonden.

Helmut Krausnick, ‘Hitlers Einsatzgruppen. Die Truppe des Weltanschauungskrieges 1938 – 1942’. Frankfurt am Main, 1998 [1985]. In het verlengde van het vorige boek. Ontstellend boek, in die zin dat het vol staat met onstellende (mis-)daden die met acribische precisie werden doorgevoerd.

Lieke Marsman, ‘Het tegenovergestelde van een mens’. Amsterdam, Antwerpen, 2017. Bijzondere roman van Marsman die wat heterogeen aandoet, maar die wel aan het denken zet (mij in elk geval).

Elizabeth Strout, ‘Ik heet Lucy Barton’. Amsterdam, Antwerpen, 2017. Schitterend boek.
Elizabeth Strout, ‘Niets is onmogelijk’. Amsterdam, Antwerpen, 2017. Nog indrukwekkender dan ‘Lucy Barton’. Venijniger, valser.

Takis Würger, ‘Der Club’. Zürich, Berlin, 2017. Een misdaad die lang geleden begaan is, wordt gewroken zonder dat de rechterlijke macht eraan te pas komt. Eigenlijk een, in alle opzichten vreemd boek. De wijze van vertellen schept een afstandelijkheid die heel onnatuurlijk aandoet.

Ludwig Hohl, ‘Op weg door de nacht’. Groningen, 2017.

Frances Howard-Gordon, ‘Glastonbury. Maker of myths’. Glastonbury, 2016 [1982]. In Glastonbury gekocht. En het stadje maakte zijn reputatie van spiritueel middelpunt van de wereld (ahum) weer helemaal waar. Beneveld door de geur van wierook ontstonden weer visioenen van zowel wandelende als vliegende tapijten.

Ewoud Kieft, ‘Het verboden boek. Mein Kampf en de aantrekkingskracht van het Nazisme’. Amsterdam, Antwerpen, 2017. Achteraf moet ik constateren dat Kiefts boek eigenlijk niet veel indruk op mij heeft nagelaten, niet zoveel als de boeken die ik later in 2017 over Hitler zou lezen, moet ik achteraf en met voortgeschreden inzicht vaststellen.

Hermann Kriegl, ‘Adolf Hitlers “treueste Stadt”. Landsberg am Lech 1933 -1945’. Nürnberg, 2003.

Johann Harstad, ‘Max, Mischa & het Tet-offensief’. Amsterdam, 2017. Een aardige Bildungsroman met daarin een onvermijdelijke liefdesgeschiedenis die hoofdmoot van het boek is maar toch wat vlakjes overkwam. Dus aardig, maar ook niet meer dan dat.

Veronika Krenzel-Zingerle, ‘Apollinaire-Lekturen. Sprachrausch in den Alcools’. Tübingen, 2003.

Brigitte Hamann, ‘Hitlers Wien. Lehrjahre eines Diktators’. München, Berlin, 2016 [1996]. Fascinerend boek over Hitlers tijd in Wenen.

Brigitte Hamann, ‘Winifred Wagner oder Hitlers Bayreuth’. München, 2011 [2003]. Hitler die huize Wahnfried platloopt en de familie Wagner tot surrogaatgezin maakt. En Winifred Wagner, weduwe van Richard Wagners zoon Siegfried, die verliefd is op de Führer, zoals zoveel Duitse vrouwen. Maar die andere Duitse vrouwen zagen hem alleen van afstand; Winifred kende hem persoonlijk – en goed.

Birgit Schwarz, ‘Geniewahn: Hitler und die Kunst’. Wien, Köln, Weimar, 2011.

Wolfram Pyta, ‘Hitler. Der Künstler als Politiker und Feldherr. Eine Herrschaftsanalyse’. München, 2015. Fascinerend boek dat de tendens van de laatste jaren volgt om Hitler vanuit zijn door hem zelf gecultiveerde kunstenaarschap en de daaruit volgende vooronderstelde genialiteit te duiden.

Hans Rudolf Vaget, ‘“Wehvolles Erbe” Richard Wagner in Deutschland. Hitler, Knappertsbusch, Mann’, Frankfurt am Main, 2017. Over deze boeken over Hitler volgt later meer op Uitpost Kephala.

© 2018 Leo van der Sterren

Geen opmerkingen:

Een reactie posten