maandag 5 september 2022

Twist

In ‘What We See When We Read’ toont Peter Mendelsund (ja, met beelden) wat we zouden kunnen zien wanneer we de eerste woorden van ‘Ulysses’ van James Joyce lezen: ‘Stateley, plump Buck Mulligan…’

Bij ‘stateley’ laat hij een plaatje van een kroon zien, bij ‘Buck’ de afbeelding van een hertenbok en de naam ‘Mulligan’ riep bij hem de saxofonist Gerry Mulligan en de actrice Carey Mulligan op, hoewel zowel Gerry als Carey op het moment van publicatie van ‘Ulysses’ het levenslicht nog niet aanschouwd had – en Carey zelfs nog lang niet.

Ik weet niet wat of waaraan ik dacht toen ik als twintigjarige de eerste vier woorden van ‘Ulysses’ las, maar ik zal zeker niet gedacht hebben aan de fenomenen die Mendelsund opsomt.

Maar ik heb wel een ervaring gehad die lijkt op wat Mendelsund beschrijft – en hij suggereert dat het lezen van een tekst beelden voor het geestesoog kan toveren die eigenlijk onmogelijk met de tekst kunnen corresponderen (maar is het erg dat zoiets zich voordoet? – ik denk dat het soms verstorend kan werken of de lezer op het verkeerde been zet, maar dat het vaak niet uitmaakt en soms zelfs een verrijking oplevert).

Het gaat om een volstrekt onbelangrijke ervaring die ik me desondanks nog goed kan herinneren. Toen ik als zestienjarige voor het eerst de gedichtenbundel ‘Music Hall’ las, twijfelde ik serieus of Van Ostaijen met het woord ‘twist’ in de titel ‘Twist met Grete’ doelde op een ruzie of op de heupdraaidans die zo’n vijftig jaar na de publicatie van ‘Music Hall’ furore zou maken.

© 2022 Leo van der Sterren

Geen opmerkingen:

Een reactie posten