Vorig jaar op zondag 15 maart vierde ik ’s middags mijn eenenzestigste verjaardag. Eigenlijk hield dat feestje al een element van onverantwoordelijkheid in, maar ik had mijn verjaardagsfeestje in 2019 ook al moeten annuleren, toen ‘wegens omstandigheden’ zoals dat zo mooi heet – die omstandigheden spelen geen rol voor het onderhavige betoog en gaan bovendien niemand aan. Maar ze waren ernstig genoeg om een verjaardagsfeestje uit te stellen (en dat uitstel werd uiteindelijk afstel).
Overigens is niemand besmet geraakt op mijn verjaardagsfeestje.
Maar goed, op die zondag in maart gonsde het al volop van de Covid-19- of corona-rumoeren. Verschillende genodigden hadden vanwege de pandemie afgezegd en verstek laten gaan. Desalniettemin ontwikkelde de middag zich als heel genoeglijk, het gezelschap nog onwetend van het feit dat deze specifieke soort van sociabiliteit spoedig gedoemd zou zijn hetzij zich niet meer voor te doen hetzij ondergronds te gaan.
Om half zes meldde iemand in het gezelschap, de ogen gericht op een beeldschermpje, dat om zes uur alle uitgaansgelegenheden dicht zouden gaan – het begin van de neersluiting van Nederland. Wij, mijn kinderen en ik, hadden voor die dag gepland om het qua eten gemakkelijk te houden door aan het begin van de avond een ‘maaltijd’ bij de bekendste snelvoerrestauratie van de wereld te gaan halen, je weet wel: karton en tempex, maar alles volledig verantwoord.
Mijn zoon sprong daarop in zijn auto en wist, net voor zes uur, nog een van de laatste afhaalacties bij de restauratie af te ronden – het personeel was al druk doende om de sluiting ervan voor te bereiden.
De neersluiting van Nederland om 18:00 uur op 15 maart 2020 – en van, met temporele en nationale, regionale en lokale verschillen, de hele wereld – vertegenwoordigde een donderslag die, ondanks de onheldere hemel, op 15 maart om 17:00 uur nog onvoorstelbaar had geleken – nee: was.
De neersluiting van Nederland behelsde de effectuering van de tweede volstrekt onvoorstelbare gebeurtenis in mijn leven binnen vier jaar, zij het dat de eerste vele malen meer onvoorstelbaar was dan de tweede.
Het feit dat er zich volstrekt onvoorstelbare fenomenen kunnen voordoen zou voor mensen een teken moeten zijn, een waarschuwing om zo nu en dan rekening te houden met het feit dat ook het ergste kan gebeuren, stil te staan bij de omstandigheid dat een slechtste scenario nooit uit te sluiten is. Gewoon om niet overvallen te worden. Wat desondanks gebeuren zal.
© 2021 Leo van der Sterren
Geen opmerkingen:
Een reactie posten