maandag 16 december 2013

Alles wat ik wil...

Geen disco. Geen dansgelegenheid. Geen plattelandsuitspanning. En deze tent stelt op zich niet veel voor maar bevindt zich wel in hartje Los Angeles. In ‘All I want’ van Sheryl Crow zit de ik-persoon rond het middaguur op een doodgewone dinsdag in een doodgewone bar in L.A. bier te drinken. L.A., dat is de plek om te zijn!

En dan wordt de ik-persoon vanuit het niets aangesproken door de man die naast hem of haar zit. De man deelt mede dat hij alleen maar een beetje plezier wil maken voordat hij de pijp aan Maarten moet geven. Het gaat nergens over maar de man zegt dat hij William heet. De ik-persoon gelooft de man niet. Nee hoor, niet dat chique William. Zijn ouders hebben hem natuurlijk gewoon Bill of Billy of Mac of Buddy genoemd. De ik-persoon vindt dat de man, William of Bill, maar lelijk oogt en vraagt zich af of hij ooit van zijn leven plezier heeft gehad. De kans lijkt hem of haar maar klein.

De bar ligt schuin tegenover een gigantische autowasserij, wellicht een van de twee vestigingen van Blue Wave Car Wash aan de Santa Monica Boulevard, of de Madison Car Wash. De twee klanten van de bar staren naar buiten en volgen de activiteiten van de brave mensen die in de lunchpauze hun Buicks en Datsuns schoon schrobben waarna ze zich gehaast terug naar de telefoonmaatschappijen en platenwinkels begeven om hun dagelijkse werkzaamheden voort te zetten. Maar al die brave mensen lijken in het geheel niet op de twee levensgenieters in de bar, wellicht Cafe 50s.

Want die zetten de bloemen intussen flink buiten! De man, William of Billy, en de ik-persoon amuseren zich kostelijk, min of meer ten koste van en zeker vol minachting voor al die brave burgers. De ik-persoon vermaakt zich met het gadeslaan van de activiteiten van de man. Die pulkt etiketten van flessen Budweiser bier. Dan steekt hij een voor een de lucifers aan die in een extra grote luciferdoos zitten. Met een vloek blaast hij ze pas uit als hij bijna zijn dikke vingers brandt. De ik-persoon kijkt naar hem hoe hij kijkt naar bierflessen die hij op de grond doet ronddraaien. De dans der derwisjen.

Een bak zonlicht valt de bar binnen. Een jong stelletje tuimelt door de ingang, gevaarlijk klef met elkaar en dus ogenschijnlijk verliefd en gelukkig. De barman kijkt op van de vraag- en aanbodadvertenties waarin hij verdiept was. Maar verder behoort de bar toe aan de man en het ik-personage, en aan de zon en de maan en de autowasserij en de lucifers en de smerige en schone auto’s en de Budweiser biertjes. Het feest is nog maar net begonnen. Ze gaan de hele dag en nacht door met pret maken tot de zon opkomt boven de boulevard die Santa Monica met Beverly Hills verbindt. Dit wordt een apotheose van het hedonisme dat je jezelf gunt als je slim en goed bezig bent. ‘Alles wat ik wil is een beetje plezier.’

© 2013 Leo van der Sterren

Geen opmerkingen:

Een reactie posten