zaterdag 23 april 2011

Positieve kennis

Verkeerd, verkeerd – alleen al omwille van het feit dat je jezelf niet zo druk moet maken om wat filosofisch of kosmisch gezien futiliteiten zijn. Ik kan er niets aan doen, ik heb nu eenmaal een hekel aan individuen bij wie de positieve kennis als overrijpe, vette, blinkende pulp naar buiten stulpt. Ongebreidelde en ongerichte weetgierigheid heeft gecopuleerd met encyclopedische aplomb – positieve kennis is de vrucht van die schoot.

Absoluut – positieve kennis bestaat uit absolute feiten waaraan absoluut niet getwijfeld mag en moet worden. De informatie onder de noemer positieve kennis wordt steevast gepresenteerd als onbetwistbaar en onveranderlijk. Positieve kennis verheft zich ver boven dat niveau waar nog sprake is van onderworpenheid aan interpellaties en kruisverhoren. Mensen wier kennis positief is, weten alles of hebben het in zich om alles te weten, zelfs het ongenaakbare Ding-an-sich. Positivistische connaisseurs lopen in de regel indecent met hun eruditie te koop.

Maar het kan nog erger. Er bestaat een overtreffende trap. Die wordt bevolkt door de betweters. Het is druk op die trap want iedereen wil naar boven en niemand heeft in de gaten dat die trap bij de afgrond van het bare niets eindigt. Maar ze hebben zo’n ambitie en haast om boven te komen, dat ze elkaar feilloos de peilloze diepte in jagen.

Betweters – kwallerige wijsneuzen, pedante frikken, arrogante wiki-kwasten – dragen pruiken en verdachte binnenpretjes en nemen altijd een meta-positie in. ‘Laat iedereen maar lullen tot ie een ons weegt, uiteindelijk ben ik de oermoeder van de waarheid – ik alleen.’ Oermoeder ja – en tegelijkertijd oervader. Betweters spelen het klaar om zichzelf te bevruchten. Zij presteren het om kennis die gemakkelijk te betwisten valt als rotsvaststaande feitelijkheden geboren te doen worden. Zij slaan andere mensen, in de regel domkoppen die zich vergapen aan elke rozerode zuigeling, met die kennis om de oren als met een stinkende vis, ‘blue, glossy green and velvet black’.

Ik zelf maak geen deel uit van de categorie van lieden die zich eigenaars van positieve kennis mogen noemen en die hun wetenschap met liefde en plezier, maar vooral ongevraagd en te pas en te onpas distribueren. Sinds ik de waterscheiding der volwassenheid gepasseerd ben, is mijn kennis niet meer absoluut geweest. Altijd dreigde de donkere wolk van de twijfel. Altijd lag het roofdier van de falsificatie op de loer. Ik acht mijzelf een schoolvoorbeeld van een scepticus wiens kennis de beperkingen van het negatieve torst.

En nu vertrek ik. Omdat ik merk dat ik ril, rits ik de sluiting van mijn jas dicht. Ik stop mijn tot vuisten gebalde handen in mijn zakken, spied in het rond en zet de pas er stevig in, ook al schittert het doel door afwezigheid en kan de afgrond elk moment beginnen met diep en langdurig gapen.

© 2011 Leo van der Sterren

Geen opmerkingen:

Een reactie posten