maandag 21 september 2009

De populist














De moeilijke – of problematische – mens verbeeldt de complexiteit van het zijn en belichaamt de fundamentele onzekerheid die de essentie van het bestaan uitmaakt. De problematische mens dient te overleven in een existentieel mijnenveld, een ontoegankelijk landschap dat wemelt van nuances en subtiliteiten, halftinten en schaduwen, schemer en schijngestalten. Hij ziet zich geconfronteerd met onafzienbare labyrinten, met muren van kreupelhout en met het verraderlijke halfduister van de ambiguïteit. Onophoudelijk doemen er mitsen en maren op. De chaos vormt een magnetisch veld voor de moeilijke mens. Maar de moeilijke mens maakt het zichzelf ook moeilijk. Nooit neemt hij genoegen met het bekijken van de twee zijden van een medaille; hij wil er altijd minstens drie onderzoeken. En liever nog meer. Niets is wat het lijkt te zijn in de ogen van een problematische mens. Sterker nog, alles is anders dan het is. De moeilijke mens draagt voortdurend moeilijke dingen aan, de problematische mens problemen.

In zijn diepste wezen is de moeilijke mens aartspessimistisch. Het leven zou heel wat makkelijker zijn zonder moeilijke mensen.

De optimist is de tegenpool van de moeilijke mens, de populist diens tegenstander.

De populist – in de politiek, in de cultuur, in het leven van alledag – verenigt het demagogische met het ambachtelijke van de simplificatie. De populist schildert de fenomenen van het bestaan en de wereld uitsluitend in zwart-wit. Hij perst de dingen in bipolaire schema’s vol abstracta. Alles krijgt een helderheid en overzichtelijkheid zonder weerga. De dingen van en in het leven zijn niet moeilijk! Vervolgens verkettert de populist de problematische of moeilijke mens die weigert om mee te gaan in de verabsoluteerde simplificatie. Hij ontketent een heksenjacht op de dwarsligger wiens ideeën haaks staan op de simplistische denkbeelden van de grote massa. De populist neemt daarbij in acht dat de grote massa zowel de eenvoud als de hetze met veel liefde omhelst. Hij moet wel want op die bodem gedijt hij. Hij voedt de massa en de massa voedt hem. Een vicieuze cirkel van emotionele vraatzucht voert naar blinde woede. Bloed zien is het doel. Figuurlijk bloed is ook bloed.

De leden van de grote massa moeten niets hebben van moeilijke en complexe dingen omdat die hen het overzicht en de controle op hun leven ontnemen. De grote massa eist eenvoud. De populist presenteert de simpele structuren die aan de roep om eenvoud voldoen en brengt de problemen er in onder waarna de oplossing nabij is – althans die illusie wordt gewekt. Populisten munten uit in het wekken van illusies die op de gebakken lucht van de domweg doorgevoerde vereenvoudiging stoelen.

Onbekend of onbegrepen maakt onbemind. Abstracta zijn makkelijk te verdoemen. Zodra abstracta concreet worden, zodra zij een naam en een gezicht krijgen, verandert alles. Dan is het plotsklaps janken geblazen.

Democratie is een moeilijk ding. In elke consequente populist schuilt een ondemocraat.

De grote massa weet niet wat zij wil. Desondanks praat de populist de grote massa naar de mond. Hij kakelt als een kip zonder kop. De populist is een verkondiger van onwaarheden die in de vorm van grote inzichten zijn gegoten. En als hem het vuur na aan de schenen wordt gelegd en de gietsels dreigen te smelten, dan duikt ineens het mom op van het entameren van de discussie. Opportunisme prevaleert. De populist zwetst en bralt. In het minst erge geval is de lancering van wat ongeleide projectielen het gevolg, in het ergste totalitarisme.

Wie de vinger weet te leggen op de kern van het wezen van de populist, raakt aan onversneden, dierlijke angst.

© 2009 Leo van der Sterren

Geen opmerkingen:

Een reactie posten