zaterdag 31 december 2016

De leeslijst van 2016

Omstandigheden die mijn leven compleet overhoop hebben gegooid, hebben ervoor gezorgd dat er in het voorbije jaar aan het lezen van boeken nauwelijks toe viel te komen. Dat verklaart de geringe lengte van de leeslijst van 2016 – en ook het even opjagende als zinloze gevoel dat er dingen ingehaald moeten worden. Maar er dient natuurlijk helemaal niets ingehaald te worden. Er moet gewoon geleefd worden – zolang het nog kan.

Felicity James, ‘Charles Lamb, Coleridge and Wordworth: Reading friendships in the 1790s’. Basingstoke, 2008.

Stephen Gill, ‘Wordsworth’s revisitings’. Oxford, 2011. Prachtig boek over Wordsworths herbezoeken – zowel van plaatsen waarover hij gedichten schreef als van die gedichten zelf, dat laatste door de voortdurende revisies en herschrijvingen ervan. Wordsworths revisies van zijn gedichten openbaren zijn veranderde visies op de inhoud ervan, maar uiteindelijk, zo luidt de conclusie die Gill trekt, is Wordsworth in zijn diepste wezen nooit veranderd.

Saeko Yoshikawa, ‘William Wordsworth and the invention of tourism, 1820 – 1900’. Farnham, UK/ Burlington, USA, 2014.

Andrew Bennett, ‘Wordsworth writing’. Cambridge, 2007. Bennett nuanceert het beeld van Wordsworth als een dichter die zijn gedichten in zijn hoofd maakt, vaak tijdens het wandelen, lopen of ijsberen, en ze pas later aan het papier toevertrouwt. Hij stelt de mythe aan de kaak, door de dichter zelf onderhouden, van een dichter die spraak laat prevaleren boven schrift, die spontaniteit niet wil laten verpesten door vertraging, die inspiratie verkiest in plaats van het zweterige werk van de fysieke daad van het schrijven.

Philip Dröge, ‘Moresnet’. Houten/Antwerpen, 2016. Er valt eigenlijk niet zo heel veel te vertellen over dit ministaatje en dat blijkt ook wel. ‘Moresnet’ is eigenlijk maar een saai boek.

Marguerite Yourcenar, ‘Het hermetisch zwart’. Amsterdam, 2001.

Mathias Menegez, ‘Karpathia’. Amsterdam/Antwerpen, 2016. Matig boek dat bedoeld is als page-turner, maar dat pas heel laat spannend wordt – en dan nog niet tenenkrommend spannend.

Nicola Lagoia, ‘De wreedheid’. Amsterdam/Antwerpen, 2016. Mooi boek.

John Julius Norwich, ‘Byzantium. The early centuries’. London, 1990 [1988].

John Julius Norwich, ‘Byzantium. The apogee’. London, 1993 [1991].

John Julius Norwich, ‘Byzantium. The decline and fall’. London, 1996 [1995].

Leslie Brubaker, John Haldon, ‘Byzantium in the iconoclast era c. 680 – 850. A history’. Cambridge, 2011. Wat na lezing van dit boek beklijft is dat John Julius Norwich voor zijn geschiedenis van Byzantium de geijkte bronnen aanwendt, maar dat die in de regel volstrekt onbetrouwbaar zijn. Brubaker en Haldon tonen met vele voorbeelden aan hoe voorzichtig er moet worden omgesprongen met historische documenten die vaak veel later geschreven zijn dan de tijd dat de gebeurtenissen waarover ze vertellen, plaatsvonden. Ook wordt de inhoud van historische documenten vaak bepaald door partijdigheid of de noodzaak iets te propageren. Eigenlijk gaat ‘Byzantium in the iconoclast era c. 680 – 850. A history’, ondanks de ondertitel, over de onmogelijkheid van valide geschiedschrijving. Of in elk geval zou voor de historicus het adagium moet gelden: des te verder in het verleden, des te onbetrouwbaarder.

Sohaib Kamal Mahmood Al-Kamal, ‘The orientalism of Edgar Allan Poe: The allure of the middle east in Al-Araaf’. Ann Arbour (MI), 2016.

Alain Besançon, ‘The forbidden image’. Chicago, 2000. Intrigerend boek over het afgebeelde door de eeuwen heen en de macht die het afgebeelde had en heeft alsmede de vergeefse pogingen om die macht in te perken.

Paul Claes, ‘De haas en de regenboog’. Amsterdam/Antwerpen, 2016. Claes’ roman vertelt het verhaal van de turbulente liefdesgeschiedenis tussen de Franse dichters Arthur Rimbaud en Paul Verlaine in de eerste helft van de jaren zeventig van de negentiende eeuw. Maar zo velen hebben dit verhaal verteld. Er is zelfs al een film over gemaakt. In Hollywood! Dat zegt genoeg. Wel vreemd dat Claes zijn hoofdpersoon Verlaine aan de opera ‘Parsifal’ van Richard Wagner laat refereren. In 1873, terwijl die opera in 1882 pas zijn première beleefde.

© 2016 Leo van der Sterren

zaterdag 3 december 2016

De openbare bibliotheek

In een open brief aan Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten van de Provincie Limburg alsmede aan Burgemeester, Wethouders en de Raad van de Gemeenteraad Maastricht doet de Limburgse intelligentsia bij monde van onder anderen Hans Liebregts en Wiel Kusters een beroep op bovengenoemde vertegenwoordigers van de Provincie Limburg om af te zien van plannen om de subsidie die de provincie aan het Centre Céramique (de Maastrichtse Stadsbibliotheek) verleent, stop te zetten. Ook zonder, zo luidt de teneur van het betoog, ook zonder het geld van de provincie heeft de verloedering van dat cultuurcentrum al een schrikbarende aanvang genomen.

Een citaat uit de brief. ‘Wie momenteel het Centre Céramique bezoekt, bekruipt hier en daar het gevoel dat er sprake is van verhuizing of uitverkoop. De instelling moet worden omgetoverd tot een paleis van culinair en cultureel amusement. TV-Maastricht is er gevestigd en maakt opnamen. Reuring en beweging worden nagestreefd. Leeggehaalde boekenrekken voorspellen niet veel goeds.’

Openbare bibliotheken zijn verworden tot bonte, multimediale speelzalen waarin de directies ervan, onder een didactisch mom, tegemoet menen te moeten aan kinderlijke en puberale verlangens. Alles – Internet, Sylvester Stallone, speelgoed, speeltafels, clowns, Taylor Swift, stripteasedanseressen – is geoorloofd om het lezen te bevorderen! Zelfs als dat gepaard gaat met de verdwijning van het boek! Het verval van de openbare bibliotheken is even schrijnend als onafwendbaar, vooral in het felle licht van de vergeefsheid van die tegemoetkoming door popularisering. De openbare bibliotheken stellen werkelijk alles in het werk om zichzelf overbodig te maken

Ooit regelmatig bezoeker van openbare bibliotheken en gretig gebruiker van de voorzieningen (ik leende er boeken), mijd ik ze nu al decennia lang. Hoe triest ook om te moeten constateren, dat lijkt de enige verstandige optie in de omgang met openbare bibliotheken.

© 2016 Leo van der Sterren

donderdag 31 december 2015

Dundieë en elders: verhalen

Zojuist verschenen:

'Dundieë en elders': verhalen.



© 2015 Leo van der Sterren

De leeslijst van 2015

Anna Stüssi, ‘Ludwig Hohl. Unterwegs zum Werk. Eine Biographie der Jahre 1904 bis 1937’. Göttingen, 2014. Het eerste deel van het leven van de Zwitserse schrijver Ludwig Hohl. De nadruk ligt op de jaren 1931 tot en met 1937 toen in Den Haag Hohls hoofdwerk, ‘Die Notizen oder von der unvoreiligen Versöhnung’ tot stand kwam. Stüssi gebruikt echter consequent ‘Holland’ in plaats van ‘die Niederlande’. Beschrijving van de eerste levenshelft van een even moeilijke (en soms onmogelijke) man maar ook een geniale denker, dichter en schrijver.

Johannes Beringer, ‘Hohls Weg’. Berlin, 2013. Nog een over Ludwig Hohl.

Franz Neumann, ‘Behemoth. Struktur und Praxis des Nationalsozialismus 1933 – 1944’. Frankfurt am Main, 2004 [1942].

Benjamin Fondane, ‘Rimbaud der Strolch’. München, 1991.

‘Een glorieus ding. Een dag in ’t jaar van Herman Gorter, bezorgd en toegelicht door Johan Sonnenschein’. Rimburg, 2014.

Mieke Koenen, ‘Dwars tegen de keer. Leven en werk van Ida Gerhardt’. Amsterdam, 2014.

Umberto Eco, ‘Het nulnummer’. Amsterdam, 2015.

Jenny Offill, ‘Verbroken beloftes’. Breda, 2015.

Niňa Weijers, ‘De consequenties’. Amsterdam, Antwerpen, 2014.

Chrétien Breukers, ‘Lot’. Baarn, 2015. Zie Uitpost Kephala, 21 mei 2015.

John Gilmore, ‘L.A. despair. A landscape of crimes & bad times’. Los Angeles, 2005.

Jacob Israël de Haan, ‘Pijpelijntjes’. Amsterdam, 1982.

Jacob Israël de Haan, ‘Open brief aan P. L. Tak’. Amsterdam, 1982.

John Glatt, ‘Live at the Fillmore East and West: getting backstage and personal with rock’s greatest legends’. Guildford, Connecticut/ Helena, Montana, 2015.

C. Buddingh’, ‘Dagboeknotities 1967 – 1972’. Amsterdam, 1979.

Bertolt Brecht, ‘Trommeln in der Nacht’. Uit: ‘Ausgewählte Werke in sechs Bändern. 1. Stücke 1’. Frankfurt am Main, 2005 [1997].

Jan Arends, ‘Ik had een strohoed en een wandelstok’. Amsterdam, 2014 [1974].

Jan Arends, ‘Keefman’. Amsterdam, 2014 [1972].

Nico Keuning, ‘Angst voor de winter. Jan Arends. Leven en werk’. Amsterdam, 2014.

Jan Donkers, ‘Rock – ‘N – Roll voorbij de midlife crisis’. Amsterdam, 2015. Jan Donkers wordt oud en dat is te lezen. Niet goed.

C. Buddingh’, ‘En in een mum is het avond’. Amsterdam, 1975.

C. Buddingh’, ‘Een mooie tijd om later te worden. Dagboeknotities deel 4’. Amsterdam, 1978.

C. Buddingh’, ‘Dagboeknotities 1977 – 1985’. Amsterdam, 1994.

Wim Huijser, ‘Dichter bij Dordt. Biografie van C. Buddingh’’. Amsterdam, 2015.

Jack Kerouac, ‘Wildernis’. Bussum, 1973. Vertaling van ‘Big Sur’. Goed boek met slecht einde.

Alan Harkinson, ‘Coleridge walks the fells. A lakeland journey retraced’. Mayport, Cumbria, UK, 1991. Zelf heb ik dit jaar enkele bergen in het Lake District beklommen, dus veel dingen in dit boek klonken bekend.

Marlon James, ‘Een beknopte geschiedenis van zeven moorden’. Amsterdam, 2015. Prachtig deze pil. Wel het Engelstalige origineel er langs ten behoeve van het Jamaicaanse patois. Op mijn gemak en genietend gelezen.

Ian Thomson, ‘The dead yard. A story of modern Jamaica’. New York, 2011 [2009].

V. S. Naipaul, ‘The middle passage. The Carribean revisited’. New York, 2002 [1962].

Maartje Wortel, ‘Er moet iets gebeuren’. 2015. Maar er gebeurt niets.

Wilhelm Schmid, ‘Gelatenheid. Wat we winnen wanneer we ouder worden’. Amsterdam, 2015.

© 2015 Leo van der Sterren

zondag 8 november 2015

De boekenkast



© 2015 Leo van der Sterren

zaterdag 12 september 2015

maandag 13 juli 2015

Ce ne sont que des gueux

Wanneer datgene wat gedurende de zeventien uur durende onderhandelingssessie in België van dit weekend doorgang vindt, wanneer het dictaat van Brussel dat de Griekse regering is opgelegd, wordt uitgevoerd, dan heeft het neoliberale, marktgerichte en materialistische vooruitgangsdenken opnieuw gezegevierd – ten koste van de democratie. Het gaat om de opvatting dat de weg omhoog de normale gang der dingen vormt, zonder rekening te houden met het feit dat alles wat naar boven gaat, ook weer naar beneden kan komen. Dit standpunt is intussen zo goed als heilig verklaard. De status van onaantastbaarheid hangt er omheen, als een magische maliënkolder om een Merovingische of Salische vorst. Goedschiks of kwaadschiks, zo zit het en niet anders. Radicaal linkse rakkers die durven te blijven opperen dat er wellicht ook andere visies mogelijk zijn, staan alleen en worden afgezeken. Blijven ze zaniken, dan volgt er een vakkundig en genadeloos platwalsen. De ideologie staat immers vast, o wee, wie daaraan durft te tornen.

Brussel heeft de zoveelste crisissituatie bezworen, hoe provisorisch en halfslachtig dan ook; de zaken worden in Europa zelden voortvarend aangepakt. Democratie hè. En daarom worden problemen en crises er nauwelijks echt opgelost, men stelt de dingen liever uit. Dat dit hele proces andermaal juist ten koste ging van de democratie op het oude continent – waar die bestuursvorm ontstaan is, in Griekenland nota bene – daar maalt niemand om. Als er bovendien al sprake is van een overwinning, dan draagt die alle kenmerken van een Pyrrhusoverwinning omdat de averij, op alle gebieden, die Europa heeft opgelopen, enorm is. Ten slotte blijft er de onzekerheid of de oplossing die men nu uit de hoge hoed getoverd heeft, wel een afdoende remedie is. Hoeveel financiële infusen liggen er nog het verschiet? Kan Griekenland zichzelf – als land, als geografische entiteit – niet beter maar verkopen aan Europa? Is dat eigenlijk al niet gebeurd?

Wat mij betreft, ik was een overtuigd aanhanger van en enthousiast ijveraar voor de Europese zaak, maar mijn aanhankelijkheid en ijver zijn over. Alleen al vanwege het steeds zichtbaarder wordende ontmantelen van de democratie moet het Europese experiment als volledig mislukt worden beschouwd.

© 2015 Leo van der Sterren