zaterdag 13 oktober 2012

Vrijheid van meningsuiting 1

Voor mij stond de afgelopen week in het teken van de vrijheid van meningsuiting. Dat zogenaamde grote goed, het vrije woord, lijkt een simpel iets, maar dat is het niet. Integendeel, deze specifieke vrijheid – om te zeggen wat je denkt en soms ook wat je niet hebt gedacht – is een even gecompliceerd als delicaat fenomeen. En soms is het beter om je vingers er niet aan te branden. Want dat kan je overkomen als je lichtzinnig of ongenuanceerd met het verschijnsel omgaat.

Het was ook de week van het einde van het wielrennen. Deze tak van sport stond wat mij betreft al in een slecht daglicht maar met het rapport van de USADA over Lance Armstrong heeft de wielersport voorgoed afgedaan. En dan die walgelijke vertoningen van huichelachtigheid die het wielrennende circus begeleiden en smeren. Achter vrijheid van meningsuiting schuilt namelijk ook een sibbe van wielrenners en aan het wielrennen gerelateerde (lees: van de sport wielrennen profiterende) figuren die elk denkbaar medium voor hun twijfelachtige karretjes spannen om met uitgestreken gezichten met daarin even droevige als trouwe hondenogen te verklaren dat alle wielrenners van de wereld doping gebruiken maar dat zij zich daar niet aan bezondigen. Zij niet, nee! Maar in het kader van de vrijheid van meningsuiting zijn zelfs bare leugens toegestaan.

Over leugens gesproken. Ene Willem Holleeder nam de week in bezit. Wat anders dan een hoge score op kijkcijfergebied kan de NTR bewogen hebben om deze doorgewinterde crimineel uit te nodigen voor het televisieprogramma ‘College tour’? Want natuurlijk hebben de zogenaamd nuchtere, maar o zo op sensatie beluste vaderlanders massaal op Nederland 3 afgestemd, zich vergapend aan een show die moest concurreren met een voetbalwedstrijd van het Nederlandse elftal en met ‘The voice of Holland’. Maar helaas, hoeveel meer mensen dan normaal ook afstemden op Nederland 3, ‘The voice of Holland’ sleepte de kijkcijferoverwinning van de vrijdagavond glansrijk in de wacht. Zelfs de wedstrijd van het Nederlandse elftal tegen minimuis Andorra werd beter bekeken dan de moeizame interviewsessie met Holleeder. Maar toch, de kijkcijfers, daar ging het om. Ook hier geldt dat alles geoorloofd is onder het mom van die veelgeprezen vrijheid van meningsuiting, waar wij Nederlanders zo goed mee uit de voeten kunnen.

Er liep een concrete rode draad door de voorbije week en dat was het autobiografische boek van Salman Rushdie over de perikelen rond diens roman ‘De duivelsverzen’, getiteld ‘Joseph Anton’. Rushdie beschrijft in ‘Joseph Anton’ hoe verwoed hij zijn best deed om tijdens de nasleep van de verschijning van ‘De duivelsverzen’ te beklemtonen dat het om een literair werk ging dat enkel op zijn literaire merites zou dienen te worden beoordeeld. Maar zijn pleidooi belandde in dovemansoren. In ‘Joseph Anton’ staat de problematiek van de vrijheid van meningsuiting centraal – en hoe mensen daar mee omgaan. Moeizaam dus. Net zo moeizaam als met dat onooglijke flutfilmpje over de Profeet.

Toen enkele weken geleden de film ‘Innocence of muslims’ plots onder de aandacht kwam, laaide er niet alleen bij islamitische gelovigen verontwaardiging op. Tot in het Europese parlement werd er schande gesproken van dit treurige rolprentje dat de moeite van het aanzien niet waard is.

Anderen, meest kippen zonder koppen, schreeuwden juist om het hardst dat de film vrijelijk vertoond moest kunnen worden. Hoezo provocatie? Weg met de censuur! Alle censuur! Vrijheid van meningsuiting immers!

Maar wat als in een film niet de Profeet belachelijk zou worden gemaakt maar Hitler op een grandioze wijze verheerlijkt zou worden of de Holocaust op een smakeloze manier tot onderwerp van vileine satire gedegradeerd zou worden? Wat dan? Wat doen de pleitbezorgers van de vrijheid van meningsuiting die luidop kwaken dat ‘Innonence of Muslims’ recht van bestaan en verspreiding heeft, in dat geval? Hoe groot is de kans niet dat ze op dat moment ineens inzien dat de zaak ingewikkelder in elkaar zit, dat ze terugdeinzen en toch weer het woord censuur in de mond nemen? Let op, dan wordt er van het ene op het andere moment met een andere maat gemeten.

Het werd, ten slotte en tragisch genoeg, de week van Malala. Een kind dat opkomt voor de belangen van kinderen, in het bijzonder meisjes, in een land waar het welzijn van kinderen verre van gegarandeerd is. Malala eiste in haar worsteling voor de rechten van kinderen mede het recht van vrijheid van meningsuiting op omdat zij haar grieven onvervaard in het openbaar kenbaar maakte. Om die reden werd zij het slachtoffer van een laffe moordaanslag door de beesten van de Taliban. En nu staat plotsklaps nagenoeg iedereen in Pakistan op zijn achterste benen. Nu wel, ja!

Voor wat betreft de soms even luidruchtige als onnadenkende advocaten van de absolute vrijheid van meningsuiting, bedenk dit: als een gemeenschap voorgeeft de vrijheid van meningsuiting in elke omstandigheid te garanderen, dan moet die vrijheid ook altijd en voor alles en iedereen gelden, consequent en consistent en zonder voorbehoud.

© 2012 Leo van der Sterren

Geen opmerkingen:

Een reactie posten